werkwoorden met stam op d/t en voltooid deelwoorden

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

werkwoorden met 

stam op d/t

Schrijf de hele zin over (let ook op hoofdletters, leestekens en Umlaut) en vul de juiste uitgang in:
Was mach... sie? Sie arbeit... als Verkäuferin.

Was sag... er? Keine Ahnung. Er red... immer so viel!

Wo bleib... Franka? Sie wart... auf den Bus.

Wie find... du meine Sonnenbrille? Ich find... sie cool!

Mach... Paul gern Hausaufgaben? Er find... Hausaufgaben blöd.

Wie find... ihr "de Bijenkorf"? Wir find... es teuer (=duur).

Kauf... du ein Smartphone? Nein, das kost... über €300,-.

Was kost... das Handy? Es kost... €150,-.

Vul in:
Om de stam van een werkwoord te krijgen, moet je ... weghalen.

Als de stam eindigt op een -d of een -t, krijg je tussen stam en uitgang een extra... ... bij de du-, er/sie/es- en ihr-vorm

Het voltooid deelwoord maak je door:
... + stam + ...

Als de stam eindigt op een -d of -t, maak je het volt.dw. door (zie de vorige vraag):

Schrijf de hele zin over en vul de juiste uitgang in:
Spiel... er heute Fußball? Nein, er hat gestern gespiel... .

Wart... Sie schon lange, Frau Bunt? Ja, ich habe schon eine Stunde gewart... .

Kauf... Elisa Tomaten? Nein, sie hat Bananen gekauf... .

Arbeit... du am Mittwoch? Nein, ich habe schon am Montag gearbeit... .

Hör... du die Musik? Nein, ich habe nichts gehör... .

Voer de hoofdregel in: hoe maak je het voltooid deelwoord van een zwak ww?

Voer de hoofdregel in: hoe maak je het voltooid deelwoord van een zwak ww met een stam op -d of -t eindigend?