Les 4: Bijvoeglijk naamwoorden

1 / 40
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning tot einde schooljaar

Slide 2 - Slide

Na deze unité kun je / ken je / weet je:
- Wat "le festival de Cannes" is

- Nieuwe Franse woorden over films, televisie, bioscoop en beschrijven.

- Iemand beschrijven in het Frans door middel van bijvoeglijk naamwoorden.

- de seizoenen en de maanden in het Frans.

- Je mening geven in het Frans.



Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

  • Corriger les exercices 4 et 10 
                                      Vocabulaire

  • Faire l'exercice 11 ensemble
                                       grammaire (adjectifs)

  • Faire l'exercice 15 ensemble
                                       grammaire (adjectifs)

  • Regarder une vidéo sur les adjectifs + questions
                                       


Na deze les kan ik / ken ik / weet ik:
- Een aantal bijvoeglijk naamwoorden in het Frans.
- Hoe ik een bijvoeglijk maamwoord in een zin           moet gebruiken.

Slide 5 - Slide

11

Slide 6 - Video

Leer uit je hoofd!!
bon - beau - joli

haut - long - petit

jeune - vieux - grand


Vrouwelijke vorm wijkt af van de basisregel!!!
Staan VOOR het zelfstandig naamwoord!!!

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Na deze unité kun je / ken je / weet je:
- Wat "le festival de Cannes" is

- Nieuwe Franse woorden over films, televisie, bioscoop en beschrijven.

- Iemand beschrijven in het Frans door middel van bijvoeglijk naamwoorden.

- de seizoenen en de maanden in het Frans.

- Je mening geven in het Frans.



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

                                 
  • Faire les exercices 16 B,C,D + corriger ensemble
                                      grammaire - adjectifs

  • Faire des exercices extras avec les adjectifs qualificatifs

  • Faire le test Socrative

Na deze les kan ik / ken ik / weet ik:
- Een aantal bijvoeglijk naamwoorden in het Frans.
- Hoe ik een bijvoeglijk maamwoord in een zin           moet gebruiken.

Slide 11 - Slide

11

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Planning tot einde schooljaar

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

                                 

  • Faire des exercices extras avec les adjectifs qualificatifs

  • Faire le test Socrative
  • room: TH2AHUYGENS

Na deze les kan ik / ken ik / weet ik:
- Een aantal bijvoeglijk naamwoorden in het Frans.
- Hoe ik een bijvoeglijk maamwoord in een zin           moet gebruiken.

Slide 16 - Slide

01:44
Wat is in deze zin het juiste vorm van "blond":
La fille ..............
A
blond
B
blonde
C
blonds
D
blondes

Slide 17 - Quiz

01:46
Wat is in deze zin het juiste vorm van "Nederlands":
Le garçon ..............
A
hollandaise
B
hollandais
C
hollandai
D
hollandaises

Slide 18 - Quiz

01:47
Wat is in deze zin het juiste vorm van "gemeen":
les chiens ..............
A
méchant
B
méchante
C
méchants
D
méchants

Slide 19 - Quiz

01:49
Wat is in deze zin het juiste vorm van "blauw":
Les chaussettes ..............
A
bleue
B
bleu
C
bleues
D
bleus

Slide 20 - Quiz

02:38
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De Nederlandse meisjes

Slide 21 - Open question

02:39
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De grijze baard:

Slide 22 - Open question

02:40
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De gele banaan

Slide 23 - Open question

02:40
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De sportieve vrouwen

Slide 24 - Open question

03:06
Kies het juiste antwoord:
De kleine jongens
A
Les garçons petits
B
Les petite garçons
C
Les petits garçons
D
Les garçons petit

Slide 25 - Quiz

Leer uit je hoofd!!
bon - beau - joli

haut - long - petit

jeune - vieux - grand


Vrouwelijke vorm wijkt af van de basisregel!!!
Staan VOOR het zelfstandig naamwoord!!!

Slide 26 - Slide

03:06
Kies het juiste antwoord:
Het mooie meisje
A
La joli fille
B
La jolie fille
C
La fille jolie
D
La fille joli

Slide 27 - Quiz

02:39
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De zwarte mobiel

Slide 28 - Open question

01:44
Wat is in deze zin het juiste vorm van "blond":
La fille ..............
A
blond
B
blonde
C
blonds
D
blondes

Slide 29 - Quiz

01:46
Wat is in deze zin het juiste vorm van "Nederlands":
Le garçon ..............
A
hollandaise
B
hollandais
C
hollandai
D
hollandaises

Slide 30 - Quiz

01:47
Wat is in deze zin het juiste vorm van "gemeen":
les chiens ..............
A
méchant
B
méchante
C
méchants
D
méchants

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

01:49
Wat is in deze zin het juiste vorm van "blauw":
Les chaussettes ..............
A
bleue
B
bleu
C
bleues
D
bleus

Slide 33 - Quiz

02:38
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De Nederlandse meisjes

Slide 34 - Open question

02:39
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De grijze baard:

Slide 35 - Open question

02:40
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De gele banaan

Slide 36 - Open question

02:40
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De sportieve vrouwen

Slide 37 - Open question

03:06
Kies het juiste antwoord:
De kleine jongens
A
Les garçons petits
B
Les petite garçons
C
Les petits garçons
D
Les garçons petit

Slide 38 - Quiz

03:06
Kies het juiste antwoord:
Het mooie meisje
A
La joli fille
B
La jolie fille
C
La fille jolie
D
La fille joli

Slide 39 - Quiz

02:39
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De zwarte mobiel

Slide 40 - Open question