6.4 Vruchten en zaden

6.4 Vruchten en zaden
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

6.4 Vruchten en zaden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Sleep naar de goede plaats
stempel
Bloem bodem
stijl
Vrucht beginsel
Eicel
Zaad beginsel

Slide 3 - Drag question

grote
kroonbladeren
plakkerig 
stuifmeel
geen geur
vertakte
stampers
nectar
kleurige 
kroonbladeren
meeldraden buiten de bloem
geur
licht stuifmeel
onopvallende kroonbladeren
wind 
bestuiving
insecten 
bestuiving

Slide 4 - Drag question

Bij welk onderdeel vind de bestuiving plaats?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quiz

Bij welk onderdeel vind de bevruchting plaats?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kun je de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven.

Slide 7 - Slide

Inleiding
Na de bevruchting ontstaan in het vruchtbeginsel 1 of meerdere zaden. Het vruchtbeginsel is het begin van een vrucht.

Vruchten zijn er in alle soorten en maten.

Slide 8 - Slide

Na de bevruchting groeit het vruchtbeginsel uit tot een vrucht.
De zaadbeginsels worden zaden.
Waarom maakt een plant vruchten om de zaden heen?

Slide 9 - Slide




Sommige vruchten bevatten vruchtvlees: het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht. Vruchtvlees kan ontstaan uit het vruchtbeginsel of uit de bloembodem. In afbeelding 3 zie je de ontwikkeling van bloem tot vrucht bij een appel.

Slide 10 - Slide

Eetbare zaden 

Slide 11 - Slide

Eetbare vruchten

Appel
Kers
Meloen
Tomaat
Peul
Courgette

Eetbare zaden

Bonen
Erwten
Pompoenpitten
Zonnebloempitten
Pinda's
Linzen



Slide 12 - Slide

Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten
Bonen, erwten en de pitten in appels, kersen en tomaten zijn zaden.

 In sommige vruchten zit maar één zaad, in andere vruchten zitten meerdere zaden. Voor elk van deze zaden is de kern van de eicel in een zaadbeginsel versmolten met de kern van een stuifmeelkorrel.

Slide 13 - Slide

Zaden verspreiden
Door dieren
Door de wind
Door de plant zelf
Door poep

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

1: de bloem voor de bevruchting.

2: Na de bevruchting beginnen het vruchtbeginsel en de zaadbeginsels te groeien.


Slide 16 - Slide

3. De kroonbladeren en de meeldraden vallen af, het vruchtbeginsel wordt steeds langer.

4. De bloemkelk verschrompelt, er blijft alleen een restant over. Ook van de stijl blijft alleen een restant over, ze zaadbeginsels worden groter.

Slide 17 - Slide

5. Als de boon rijp is, wordt de zaadhuid donkerder.

Uiteindelijk breekt de vrucht open en komen de zaden vrij.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Vrucht of zaad?
A
Vrucht
B
Zaad

Slide 21 - Quiz

Vrucht of zaad?
A
Vrucht
B
Zaad

Slide 22 - Quiz

Welk nummer wordt later een vrucht met zaden?

Is dit deel mannelijk of vrouwelijk?
A
Nummer 2 Mannelijk
B
Nummer 2 Vrouwelijk
C
Nummer 7 Mannelijk
D
Nummer 7 Vrouwelijk

Slide 23 - Quiz

Je ziet hiernaast een appel. Hoeveel vruchten en zaden zie je?
A
1 vrucht 1 zaadje
B
1 vrucht 2 zaadjes
C
2 vruchten 1 zaadje
D
2 vruchten 2 zaadjes

Slide 24 - Quiz

Hoe wordt deze vrucht met zaden verspreid?
A
Door dieren
B
Door de wind
C
Door de plant zelf

Slide 25 - Quiz

vruchten en zaden kunnen worden verspreid door?
A
dieren, wind, insecten,water
B
dieren,wind,water,plant zelf
C
plant zelf, dieren, water ,insecten
D
insecten,wind , plant zelf,

Slide 26 - Quiz

In de afbeelding zie je een braam.
Op welke manier worden de vruchten en zaden verspreid?
A
Door de plant zelf
B
Door de wind
C
Door dieren

Slide 27 - Quiz

Vrucht of zaad?
A
Vrucht
B
Zaad

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Aan de slag!
Basisstof 4
- Maak de opdrachten uit je boek online
- kijk na

Experts
Maken ook de plus-opdrachten / Samenhang

Klaar?
- Alles nagekeken?
- schrijf dan de begrippen op met betekenissen van basisstof 5



Slide 30 - Slide

Verdieping
De verspreiding van vruchten en zaden
Een filmpje!

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video