Je moet goed onthouden hoe je woorden met een y, x en q schrijft.
Met de y: mysterie, symbool, pyjama, jury, hypnose, cynisch, yoghurt, yoga, yell
Met de x: mix, fax, box, wax, expres, experiment, examen, excuses, extreem
Met de q: quiz, quasi, quiche, aquarium, aquaduct, aquarel, adequaat, maquette
Kijk nu op blz. 58 van je boek naar weekwoorden I. Daar gaan we mee oefenen.