Spelling 1 AA 4 groep 8

Spelling 1 AA 4 groep 8
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling 1 AA 4 groep 8

Slide 1 - Slide

Woorden verbinden
Je kunt van twee woorden één woord maken.
Hond + trainer = hondentrainer
Groente + boer = groenteboer
Dokter + assistent = doktersassistent
IT + medewerker = IT-medewerker

Dit kan op verschillende manieren
1. Met -en ertussen
2. Met alleen een e
3. Met een s ertussen
4. Met een streepje

Eens kijken wat jullie nog weten

Slide 2 - Slide


A
Koninginnendag
B
Koninginnedag

Slide 3 - Quiz


A
goedenmiddag
B
goedemiddag

Slide 4 - Quiz


A
zonneschijn
B
zonnenschijn

Slide 5 - Quiz


A
beregoed
B
berengoed

Slide 6 - Quiz


A
hoogtenvrees
B
hoogtevrees

Slide 7 - Quiz


A
elleboog
B
ellenboog

Slide 8 - Quiz

reus + sterk

Slide 9 - Open question

volk + lied

Slide 10 - Open question

straat + maker

Slide 11 - Open question

zon + bril

Slide 12 - Open question

zieke + verzorger

Slide 13 - Open question

KNO + arts

Slide 14 - Open question

dier + arts

Slide 15 - Open question

horloge + maker

Slide 16 - Open question

verzekering + ambtenaar

Slide 17 - Open question

IT + medewerker

Slide 18 - Open question

Zelfstandig werken
Maak bladzijde 41 van je werkboek. Opdracht D mag je overslaan
Klaar? Spellingsmol (8*) en werkwoordpaard (12*)
Klaar? Tekening blad herfst afmaken
Klaar? Weektaak (zie je mail)
Klaar? TaalBlobs
Klaar? 1* grammaticaklussers


Slide 19 - Slide