6V Repaso Escribir

Tarea de escritura - 6V
Repaso gramática
Evaluación de la prueba 
Párrafos y conectores (unos consejos)
Tarea 4

1 / 29
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tarea de escritura - 6V
Repaso gramática
Evaluación de la prueba 
Párrafos y conectores (unos consejos)
Tarea 4

Slide 1 - Slide

Condición) para escribir un buen informe:

¡conoce la gramática!

Slide 2 - Slide

Schrijf een zin in de presente met het ww UTILIZAR

Slide 3 - Mind map

¿A qué hora los españoles ...... (ir) a cenar normalmente?
A
va
B
vas
C
vais
D
van

Slide 4 - Quiz

Schrijf een zin in de pretérito perfecto met het ww VER

Slide 5 - Mind map

Vul de perfecto in: Nunca ....... ........... (yo, hacer) nada ilegal.

Slide 6 - Open question

Hay / ser / estar: ¿os acordáis la diferencia?

Slide 7 - Slide

Wat gebruik je in deze zin: ....... muchos sitios para estudiar en el instituto.

Slide 8 - Mind map

Verschil hay, ser en estar

Slide 9 - Slide

Ejemplo: hay/estar/ser

Slide 10 - Slide

Bij een wens/ advies/ voorstel, gebruik je de condicional ('ik zou... '). Noteer een voorbeeld van die tijd.

Slide 11 - Mind map

Si yo fuera tú, ................ (decir) la verdad.
A
deciría
B
diría
C
dijería
D
decía

Slide 12 - Quiz

Foutenanalyse: noteer de fout (2 dia's) 

Slide 13 - Slide

Me encanta voy al extranjero.

Slide 14 - Mind map

¿Usted lo quiere otra vez decir?

Slide 15 - Mind map

Als je een opsomming geeft van dingen die je hebt gedaan op werkweek, gebruik je de ...

Slide 16 - Open question

Welke zin is correct? "Ik stond om 7 uur op en ging naar school"
A
Me levanté a los siete y fui al instituto.
B
Me levanté a las siete y fue al instituto.
C
Me levanté a las siete y fui al instituto.
D
Me levantaba a las siete y iba al instituto.

Slide 17 - Quiz

Tekst
hij kwam aan
wij ontbeten
zij gingen
jij deed mee
ik bevond me
jullie deden mee
llegó
desayunamos
estuve
participasteis
participaste
fueron

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Video

para + inf. = om te  + inf. als het gaat om een doel
Estudio mucho para sacar una nota buena. 
Dus niet in zinnen die beginnen met es necesario/ es importante/ es difícil ... etc.

Slide 20 - Slide

Let op algemeen of persoonlijk!
Constructie: es + bijvoeglijk naamw. + indicativo / subjuntivo
1. de instructie/ het advies voor een concreet persoon = subjuntivo 
2. de instructie / het advies voor iedereen in het algemeen = indicativo (infinitivo)
- Es necesario que estudiéis (vosotros) para el examen.
- Es necesario estudiar (todos / en general) para el examen para aprobar.
- Es mejor que le digas (tú) la verdad.
- Es mejor ser (todos/ en general) sincero.

es mejor que, es posible que, es raro que, es extraño que, es una pena que, es una lástima que…

Slide 21 - Slide

Schrijf iets in de toekomende tijd (in het Spaans)

Slide 22 - Mind map

Slide 23 - Video

Taalgebruik > let op:
Zinsbouw
Woordgebruik en woordvolgorde  
Beleefdheids- en vertrouwelijke vorm
Grammatica
Spelling
Hoofd- en kleine letters   
Interpunctie

Soy Holandesa
Hola qué tal yo estoy bien gracias mejor que la semana pasada porque 
Yo estoy abeja mi novio.

Slide 24 - Slide

¡Utiliza párrafos diferentes!

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Heb jij alle grammatica redelijk onder de knie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Welke grammatica moet je nog goed bestuderen?

Slide 28 - Mind map

¡A trabajar!
> Tarea de escritura 3 

Slide 29 - Slide