Het trema gebruik je bij een klinkerbotsing.
Hierbij kun je denken aan de klanken au, ou, oe, ei, ie, ui, eu,en ij.
Het trema maakt dus duidelijk dat het om 2 klinkers gaat, en niet om 1 klank.
Bijvoorbeeld:
- reunie --> reünie (fonetisch: reej-u-nie en niet reu-nie)
- concierge --> conciërge (fonetisch: con-sjer-sjuh en niet con-sier-guh)
Zonder trema kun je het woord anders uitspreken.