What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Zwakke werkwoorden met de stam op -d, -t
Kapitel 3
Grammatik C + E
Gebruik voor deze les blz. 112 + 120 in je boek!
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Kapitel 3
Grammatik C + E
Gebruik voor deze les blz. 112 + 120 in je boek!
Slide 1 - Slide
Zwakke werkwoorden
...zijn regelmatig
...worden volgens een vast schema vervoegd
Er bestaat ook een handig ezelsbruggetje voor.
Slide 2 - Slide
Vervoeging zwak werkwoord in de tegenwoordige tijd
machen
ich mach
e
du mach
st
er/sie/es mach
t
wir mach
en
ihr mach
t
sie/Sie mach
en
Ezelsbruggetje:
fe
esttenten
Slide 3 - Slide
Bezonderheden
stam eindigt op -d of -t
du, er/sie/es, ihr --> krijgen een extra 'e'
antworten -> du antwort
e
st
heiraten -> er heirtat
e
t
arbeiten -> ihr arbeit
e
t
Slide 4 - Slide
Bezonderheden
stam eindigt op sis-klank (s, ss, z, ß)
du --> uitgang alleen -t
heißen -> du heiß
t
beißen -> du beiß
t
(bijten)
tanzen -> du tanz
t
reisen -> du reis
t
Slide 5 - Slide
Vervoeging zwak werkwoord in de tegenwoordige tijd
antworten
ich antwort
e
du antwort
e
st
er/sie/es antwort
e
t
wir antwort
en
ihr antwort
e
t
sie/Sie antwort
en
Bij du, er, sie, es, ihr
extra -e !
Slide 6 - Slide
Schrijf de stam van het werkwoord 'kaufen' op?
Slide 7 - Open question
Bij welke persoon krijg je -st als uitgang achter de stam van het werkwoord?
A
ich
B
er, sie, es
C
du
D
ihr
Slide 8 - Quiz
Schrijf de stam van het werkwoord 'heiraten' op?
Slide 9 - Open question
Welke twee vervoegingsvormen hebben het hele werkwoord?
A
er/sie/es + wir
B
ich + wir
C
er/sie/es + ihr
D
wir + sie/Sie
Slide 10 - Quiz
werkwoorden vervoegen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
e
st
t
en
t
en
Slide 11 - Drag question
(leben) Peter ………… in Köln.
A
lebe
B
leben
C
lebst
D
lebt
Slide 12 - Quiz
Der Bruder (spielen)... Fußball.
A
spiele
B
spielen
C
spielt
D
spielst
Slide 13 - Quiz
Du (machen)... Hausaufgaben.
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen
Slide 14 - Quiz
Du (tanzen)... in der Disko.
A
tanst
B
tanze
C
tanzst
D
tanzt
Slide 15 - Quiz
Der Mann (arbeiten) ... in einem Supermarkt.
A
arbeiten
B
arbeitet
C
arbeite
D
arbeitest
Slide 16 - Quiz
Warum (antworten)... er nicht?
A
anwortest
B
antwort
C
antwortet
D
antworten
Slide 17 - Quiz
Bij welke personen krijg je een extra -e tussen de stam en de uitgang?
A
ich, du, er, sie, es
B
du, er, sie, es, wir
C
du, er, sie, es, Sie
D
du, er, sie, es, ihr
Slide 18 - Quiz
Vervoeg dit werkwoord: finden
Er ..... ???
Slide 19 - Open question
Dezember
Februar
Mai
März
december
maart
februari
mei
Slide 20 - Drag question
Welk geslacht hebben de maanden in het Duits?
A
Mannelijk (der)
B
Vrouwelijk (die)
C
Onzijdig (das)
Slide 21 - Quiz
Im, am
Im
Februar habe ich eine Party.
Am
4. Januar habe ich Geburtstag.
Im -> maand
Am -> datum
Slide 22 - Slide
Wat vind je nog lastig?
Slide 23 - Open question
Heb je de stof begrepen?
A
helemaal
B
een beetje
C
niet
Slide 24 - Quiz
More lessons like this
Zwakke ww
18 days ago
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
De vervoeging van zwakke werkwoorden in het Duits
June 2023
- Lesson with
18 slides
Griftland M3 wiederholen
January 2023
- Lesson with
45 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 3
V1c - 24-2
February 2021
- Lesson with
33 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Korte herhaling zwakke werkwoorden
June 2024
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 3
Guten Tag
April 2024
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 3
H1d - 23-2
February 2021
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zwakke werkwoorden
March 2023
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2