3.3 + 3.4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 3.3 + 3.4
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 113.

2. Lesdoel 

Aan het eind van deze les:

- kun je de PV, het WWG en het OND in een zin benoemen.

- kun je het WWG met te benoemen.

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht 1 + 2 op blz. 113 + 114.

Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Namen lln

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Noteer het onderwerp:
Mike rent naar de supermarkt.

Wat is de persoonsvorm in de zin:
De fietsen staan in de stalling.

Wat is het WWG in de zin:
Wij hebben na schooltijd een game gespeeld.

Wat is het WWG in de zin:
Mijn vader zit de krant te lezen

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 1 + 2 op blz. 113 + 114.

De rest doet mee met de instructie. 

4. Instructie

Lees en kijk mee op de volgende dia's

Weet je het nog?

Persoonsvorm ( PV)

enkelvoud/ meervoud, tijd ( PV en O horen bij elkaar)

Werkwoordelijk gezegde ( WWG)

Alle werkwoorden in een zin

Onderwerp ( O)

Hangt samen met de persoonsvorm.

Weet je het nog?

               O                       PV                                              

Els en Marieke/ hebben /een ijsje /gegeten.

                                    WWG                              WWG

              

Wat is in de volgende zin de PV?

Mirthe is naar de bibliotheek gelopen.

1. Mirthe
2. is
3. gelopen
4. naar

Wat is de volgende zin het onderwerp:
Is Gwendolyn naar het popconcert geweest?

1. Is
2. het popconcert
3. geweest
4. Gwendolyn

Benoem het WWG in de volgende zin.

Gisteren is Jan vader geworden,

1. Jan is geworden
2. geworden
3. is
4. is geworden

Werkwoordelijk gezegde met te

Je weet dat het werkwoordelijk gezegde uit alle werkwoorden van een zin bestaat. Soms staat voor het hele werkwoord het woord te. Dan geldt:

persoonsvorm + te + hele werkwoord = werkwoordelijk gezegde

voorbeeld

De kat ligt de hele tijd te spinnen.

wwg: ligt te spinnen

Noteer het WWG:
De hond ligt in zijn mand te slapen.

WWG

OND

De

koeien

staan

in

de

wei

te

grazen

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 1 + 2 op 

blz. 113 + 114. 

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 1 zin 2 t/m 4 + opdracht 2 zin 2 t/m 4.

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig:

V: les 3.3/3.4, blz. 113 + 114, opdr. 1 + 2 --> Niemand

B: les 3.3/3.4, blz. 113 + 114, opdr. 1 + 2 --> namen lln

I: les 3.3/3.4, blz. 113 + 114, opdr. 1 + 2 --> namen lln 

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 

7. Evaluatie

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

werkwoordelijk gezegde

onderwerp

Cheyenne

heeft

haar werk

goed

gedaan

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

werkwoordelijk gezegde

onderwerp

Senna

moet

hard

lachen

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

werkwoordelijk gezegde

onderwerp

Alvaro

zit

met

zijn haar

te

spelen

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

...dag .. maand

3.3 + 3.4 opdracht 1 + 2

Toetsen: 

...

geen

Afsluiting

Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................