Welke argumentaties zijn fout?
Welke drogredenen zie je in deze tekst? p. 233/234
Het was een zonnige dinsdagmiddag. Zeven leerlingen uit 5H besloten niet naar de les te gaan. Het is veel te mooi weer en daarmee was de kous af. Bij heel mooi weer ga je gewoon niet naar de les!
‘Ho, ho’, riep de docent, ‘dat gaat zo maar niet. Jullie moeten gewoon naar de les. In sommige landen is het altijd mooi weer en daar gaan de mensen toch ook naar hun werk?’
‘Echt niet’, riep Willemijn, ‘in Afrika hebben mensen niet eens werk, dus zij zitten lekker in het zonnetje.’
‘Hoe weet jij dat?’, vroeg Brian. ‘Jij bent nog nooit verder dan de Achterhoek op vakantie geweest, dus hoe weet jij nu hoe het in Afrika gaat?’