Aanpassingen bij dieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Basisstof 5: Aanpassingen van dieren. 

Planning

Planning bespreken.

Herhalen vorige keer. 

Leerdoelen bespreken. 

Aanpassingen.

Zelfstandig werken. 

Welke van de volgende stoffen is biotisch?

1. koolstofdioxide
2. zuurstof
3. water
4. glucose

Welke van de volgende stoffen is abiotisch?

1. cellulose
2. zuurstof
3. eiwit
4. glucose

Behoren de vossen in de duinen tot dezelfde populatie als de vossen op de Veluwe?

1. nee
2. ja

Waarvan is een vossenpopulatie in de duinen afhankelijk?

1. van het aantal regenwormen
2. van de hoeveelheid struiken met bessen
3. van het aantal konijnen
4. van de hoeveel jacht door de mens

Thema 6 Ecologie

Basisstof 5 Aanpassingen bij dieren

Leerdoelen:

Je leert hoe dieren aangepast zijn aan hun omgeving.

Als je gestroomlijnd bent, kun je...

1. sneller zwemmen
2. minder snel zwemmen
3. slecht zwemmen
4. extra diep zwemmen

Om warmte binnen te houden hebben dieren op de noordpool...

1. grote oren
2. kleine oren
3. geen oren

Met welk snaveltype kan een vogel goed zaden kraken?

1. haaksnavel
2. priemsnavel
3. kegelsnavel
4. zeefsnavel

Als een groter oppervlak van een poot de grond raakt, kan een dier...

1. sneller lopen
2. minder snel lopen
3. helemaal niet lopen

Een steltloper zoekt zijn voedsel vooral...

1. op de grond
2. aan takken van bomen en struiken
3. in ondiep water
4. in diep water

Zelfstandig werken

Wat?  Lees 6.5 en maak opgave  1 t/m 8+.

Hoe?  Je mag na 5 minuten zachtjes overleggen in je groep

Hulp? Kijk in je boek, vraag binnen je groep, steek dan je vinger op. 

Tijd? 15 minuten. 

Uitkomst? 

Je leg uit hoe dieren zich aanpassen aan hun omgeving. 

Klaar?  Vraag om een nakijkblad.