Aanpassingen bij planten

Thema 6 Ecologie
Basisstof 5 Aanpassingen bij dieren
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 6 Ecologie
Basisstof 5 Aanpassingen bij dieren

Slide 1 - Slide

Welke van de volgende stoffen is biotisch?
A
koolstofdioxide
B
zuurstof
C
water
D
glucose

Slide 2 - Quiz

Welke van de volgende stoffen is abiotisch?
A
cellulose
B
zuurstof
C
eiwit
D
glucose

Slide 3 - Quiz

Behoren de vossen in de duinen tot dezelfde populatie als de vossen op de Veluwe?
A
nee
B
ja

Slide 4 - Quiz

Waarvan is een vossenpopulatie in de duinen afhankelijk?
A
van het aantal regenwormen
B
van de hoeveelheid struiken met bessen
C
van het aantal konijnen
D
van de hoeveel jacht door de mens

Slide 5 - Quiz

Thema 6 Ecologie
Basisstof 5 Aanpassingen bij dieren (boek 3B blz. 98-105)

Leerdoelen:
Je leert hoe dieren aangepast zijn aan hun omgeving.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Maak de opdrachten 1 t/m +8
(blz. 101-105 in je leerwerkboek)


Slide 11 - Slide

Thema 6 Ecologie
Basisstof 6 Aanpassingen bij planten

Boek 3B blz. 106-109

Slide 12 - Slide

Als je gestroomlijnd bent, kun je...
A
sneller zwemmen
B
minder snel zwemmen
C
slecht zwemmen
D
extra diep zwemmen

Slide 13 - Quiz

Om warmte binnen te houden hebben dieren op de noordpool...
A
grote oren
B
kleine oren
C
geen oren

Slide 14 - Quiz

Met welk snaveltype kan een vogel goed zaden kraken?
A
haaksnavel
B
priemsnavel
C
kegelsnavel
D
zeefsnavel

Slide 15 - Quiz

Als een groter oppervlak van een poot de grond raakt, kan een dier...
A
sneller lopen
B
minder snel lopen
C
helemaal niet lopen

Slide 16 - Quiz

Een steltloper zoekt zijn voedsel vooral...
A
op de grond
B
aan takken van bomen en struiken
C
in ondiep water
D
in diep water

Slide 17 - Quiz

Thema 6 Ecologie
Basisstof 6 Aanpassingen bij planten (boek 3B blz. 106-109)

Leerdoelen:
Je leert hoe planten aangepast zijn aan hun omgeving.

Slide 18 - Slide

Huidmondjes zijn belangrijk bij de fotosynthese:
  • ze ademen overdag koolstofdioxide in
  • ze ademen overdag zuurstof en waterdamp uit

Slide 19 - Slide

Huidmondjes zijn belangrijk bij de fotosynthese:
  • ze ademen overdag koolstofdioxide in
  • ze ademen overdag zuurstof en waterdamp uit
Bij verlies van teveel water, droogt een plant uit!

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Huidmondjes zitten aan de onderkant...
...behalve bij waterplanten!

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Waarvoor dienen huidmondjes?
A
om water kwijt te raken
B
om adem te halen
C
om water vast te houden

Slide 26 - Quiz

Heeft een cactus huidmondjes?
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quiz

Heeft een waterlelie huidmondjes?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quiz

Wat weet je van het bladoppervlak van planten in een donker bos?
A
dat is groot
B
dat is klein
C
dat valt niet te zeggen

Slide 29 - Quiz

Is klimop op de bosbodem een schaduwplant of een lichtplant?
A
schaduwplant
B
lichtplant

Slide 30 - Quiz

Waarom klimt klimop in een donker bos uiteindelijk omhoog?
A
om meer zuurstof te krijgen
B
om meer koolstofdioxide te krijgen
C
om meer water te krijgen
D
om meer licht te krijgen

Slide 31 - Quiz

Aan de slag!
Maak de opdrachten 1 t/m +8
(blz. 110-112 in je leerwerkboek)

Slide 32 - Slide