Week 21 les 1

Welkom allemaal! 
We beginnen met kijken naar het Jeugdjournaal. 

Let op! 
- Wat is het doel van deze nieuwsberichten? 
- Waarom denk je dat dit nieuws belangrijk is? 
- Denk je dat het nieuws objectief is? Waarom wel/niet?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom allemaal! 
We beginnen met kijken naar het Jeugdjournaal. 

Let op! 
- Wat is het doel van deze nieuwsberichten? 
- Waarom denk je dat dit nieuws belangrijk is? 
- Denk je dat het nieuws objectief is? Waarom wel/niet?

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

- jeugdjournaal gekeken
- raadgedicht
- waar hebben we het de vorige les over gehad?
- uitleg 5.3 Lezen
- zelfstandig aan de slag 

Slide 2 - Slide

Belangrijke data!
- 2e versie Fictie 3 als je een O hebt > vóór 1 juni ingeleverd

 

- Toets Lezen en schrijven - donderdag 6 juni

Slide 3 - Slide

Raadgedicht

Slide 4 - Slide

Wat zijn kenmerken van een informerende tekst?

Slide 5 - Mind map

Wat zijn kenmerken van een amuserende tekst?

Slide 6 - Mind map

Leerdoelen 5.3 (blz. 89 boek B)
- ik kan de tekstdoelen overtuigen en activeren herkennen
- ik kan een betogende tekst herkennen
- ik kan het concluderend tekstverband herkennen
- ik kan het redengevend tekstverband herkennen

Slide 7 - Slide

Tekstdoel: overtuigen

De schrijver wil de schrijver in een overtuigende tekst?

Voorbeelden?

Slide 8 - Slide

Tekstdoel: overtuigen

De schrijver wil dat de lezer zijn mening overneemt.

Voorbeelden: betoog, ingezonden brief

Slide 9 - Slide

Tekstdoel: activeren

De schrijver wil de schrijver bereiken met een activerende tekst? 

Voorbeelden?

Slide 10 - Slide

Tekstdoel: activeren

De schrijver wil dat de lezer iets gaat doen. 

Voorbeeld: advertentie of reclamefolder

Slide 11 - Slide

Wat is het tekstdoel van een betoog of een betogende tekst?
A
amuseren
B
overtuigen
C
informeren
D
activeren

Slide 12 - Quiz

Betogende tekst
Betogende teksten

Slide 13 - Slide

Betogende tekst

De schrijver geeft zijn/haar mening en verdedigt deze met een argument.

Wat is een argument?

Slide 14 - Slide

Let op! 
Je kent al: 
- opsommend tekstverband
- tegenstellend tekstverband

NIEUW: concluderend tekstverband = geeft een conclusie aan, komt vaak voor in een betogende tekst

Slide 15 - Slide

Welke signaalwoorden horen bij het concluderend tekstverband? Geef voorbeelden

Slide 16 - Open question

Voorbeelden van juiste antwoorden: 

- dus, dan ook, hieruit volgt, de slotsom is, tot slot, concluderend

'Ik wil een goed cijfer op de toets Lezen en schrijven, dus ik begin op tijd met leren'. 

Slide 17 - Slide

Redengevend tekstverband 
! Komt ook vaak voor in een betogende tekst. 

Geeft een reden/oorzaak aan: want, omdat, daarom, immers, namelijk....

'Wij tennissen elke dag, want we willen naar de Olympische Spelen'.  

Slide 18 - Slide

Werken aan de weektaak
Maken par. 5.3 Lezen in boek B blz. 89 t/m 99
opdracht 2, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 12, 13,17, 18, 19, 20, 21

Extra: 22, 23, 24

Ben je klaar? Via Cambiumnet gaan oefenen met Lezen






Slide 19 - Slide