IB_FR_1_Unité 1 - Se présenter/Chiffers - Cours 1

1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
timer
5:00
Doe je jas uit.
Mobiel in de tas.
Oortjes in de tas.
Doe je tas op de grond.
Laptop dicht op tafel.
Schoolspullen op tafel.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Tijdens de les.../ Pendant le cours...
... ben je stil als de docent aan het woord is.
... vous êtes silencieux lorsque le professeur parle.
... ben je stil als er een klasgenoot aan het woord is.
... vous êtes silencieux lorsqu'un camarade de classe parle.
... luister je naar wat de docent zegt en volg je instructies op.
... écoutez ce que le professeur dit et suivez les instructions.
.... ben je te allen tijde vriendelijk.
... vous êtes amical à tout moment.
... doe je actief mee.
... vous participez activement.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wij zijn hier om te leren!

Wij kunnen samen leren.

Fouten maken hoort bij het leerproces.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Bonjour!
Unité 1
Voorkennis/ Connaissance

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Welke woorden, werkwoorden en onderwerpen ken je in het Frans?
Quels mots, verbes et sujets tu connais en français?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Ik kan mezelf voorstellen.
  • Ik kan tot 20 tellen.
  • Ik ken het Franse alfabet.

 
 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Instructie
Je gaat jezelf nu voorstellen. Je vertelt hoe je heet en vraagt aan de volgende leerling hoe hij/zij heet.


Optie 1: Je m'appelle Marie, et toi?


Optie 2: Comment tu t'appelles? Je m'appelle Marie.

Slide 15 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
Neem de zinnen over in je schrift.

Comment tu t'appelles? Je m'appelle _______.
Hoe heet jij? Ik heet _______.

Je m'appelle _______, et toi?
Ik heet _______, en jij?

Slide 16 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Vous allez maintenant vous présenter. Vous dites votre nom et demandez à l'élève suivant quel est son nom.
Je gaat jezelf nu voorstellen. Je vertelt hoe je heet en vraagt aan de volgende leerling hoe hij/zij heet.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Instructie
Écrivez les nombres de 0 à 20 dans votre cahier.
Schrijf de getallen 0 t/m 20 over in je schrift.

Slide 20 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
  1. Recopie les phrases dans ton cahier./ Neem de zinnen over in je schrift.
  2. Compléter les phrases:/ Maak de zinnen af:

J'ai ___ ans. / Ik ben ___ jaar oud.
J'ai ___ frère(s) et ___ soeurs./ Ik heb ___ broer(s) en ___ zussen.
Mon frère a ___ ans. / Mijn broer is ___ jaar oud.
Ma soeur a ___ ans. / Mijn zus is ___ jaar oud.


Slide 21 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Écrivez les phrases apprises.
Schrijf de geleerde zinnen op.

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Je connais les chiffres en français.
Ik ken de cijfers in het Frans.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

This item has no instructions


Combien d'enfants ont-ils?
Hoeveel kinderen hebben ze?
Controle vragen
A
Deux
B
Huit
C
Six
D
Quatre

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions


Quel âge a-t-elle?
Hoe oud is ze?
Controle vragen
A
Elle a trois ans.
B
Elle a douze ans.
C
Elle a neuf ans.
D
Elle a dix-neuf ans.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions


À partir de quel âge peut-on conduire?
Vanaf welke leeftijd mag je autorijden?
Controle vragen
A
À partir de dix-huit ans.
B
À partir de dix-sept ans?
C
À partir de seize ans.
D
À partir de douze ans?

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions


Combien de mois y a-t-il dans une année ?
Hoeveel maanden heeft een jaar?
Controle vragen
A
Vingt
B
Douze
C
Quinze
D
Treize

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions