TekstOpdracht 4
1 vaardigheden op school in de 21ste eeuw of: het aanleren van feitenkennis op school
2 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Nee, want je hebt basiskennis nodig om nieuwe informatie en vaardigheden te leren, te begrijpen en te kunnen toepassen.
3
miskent (al. 2) – onderwaardeert; onderschat
passé (al. 2) – voorbij
scepticus (al. 2) – iemand die twijfelt aan iets
deugd (al. 4) – goede eigenschap
progressieve (al. 5) – vooruitstrevende
efficiënt (al. 5) – doelmatig
retorica (al. 8) – kunst van de welsprekendheid, goed kunnen spreken in het openbaar
trivium (al. 8) – verzameling van drie studies in de Middeleeuwen, die een basisonderdeel vormt van de totaal zeven vrije kunsten. Deze bestaat uit grammatica, retorica en logica.
tijdgeest (al. 14) – de algemene denk- en/of handelswijze in een bepaalde periode
4 De meeste schrijvers geven op zakelijke (eenvoudige) wijze een beschrijving van de digitalisering van ons onderwijs, waardoor je de gewoonheid hiervan beseft.
5 aanleiding; uitleg: Er wordt in de eerste alinea een actuele gebeurtenis beschreven (de publicatie van het boek Onderwijs in tijden van digitalisering). De schrijver heeft dit aangegrepen om een artikel over dit onderwerp te schrijven.
6 Desondanks
7 Deze leerlingen zijn wel fysiek op school aanwezig, maar zijn afgeleid door hun telefoon, zodat ze (mentaal) afwezig lijken tijdens de les.
8 voorbeelden
9 vraagstelling
10 nuancering
11 De nieuwe methoden gaan uit van het meteen toepassen van de lesstof door zelf spelenderwijs de informatie te ontdekken en door deze kennis meteen toe te passen. In de natuurlijke volgorde voor het leren is dat andersom: eerst leer je de feiten, dan doorzie je de logische verbanden ertussen en dan ga je ze pas (creatief) toepassen. (57 woorden)
12 de vaardigheid om digitale informatie te begrijpen en doelgericht te gebruiken
13 de vaardigheid om (digitale) informatie te kunnen beoordelen op betrouwbaarheid en objectiviteit.
14 Glas vindt dat een docent kennis van zaken moet hebben over digitale media als hij leerlingen wil begeleiden in het kritisch reflecteren op de digitale wereld. Pas dan kun je scholieren een onafhankelijk oordeel hierover laten vormen en zijn ze goed voorbereid op wat er in de samenleving speelt op dat gebied.
15 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ja, alhoewel mijn antwoord bij vraag 2 overeenkomt met wat in de tekst wordt gezegd vind ik dat de mogelijkheden om nieuwe methoden verder moet worden onderzocht. Ik vind het namelijk erg belangrijk dat leerlingen enthousiast blijven op school en de lesstof op een andere, creatievere manier aangeboden krijgen.
16 aanbeveling