Licht en Beeld les 1

Licht en beeld
Hoofdstuk 2
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Licht en beeld
Hoofdstuk 2

Slide 1 - Slide

Wat gaan we dit hoofdstuk leren?

Slide 2 - Slide

Werking van beamer en camera
Allebei hebben een positieve lens die een voorwerp afbeelt op een scherm.
  • Camera voorwerp: Scene die je fotografeert
  • Beamer voorwerp: lcd foto/film

Slide 3 - Slide

Voor een goede foto moet de afstand tussen de lens en de beeldchip verstellen zodat foto scherp gesteld is.

Ook bij een beamer verander je de afstand tussen de LCD scherm en de lens.

Slide 4 - Slide

Positieve lenzen:
Aan de rand dunner dan in het midden (bolle lenzen)

Negatieve lenzen:
Aan de rand dikker dan in het midden (holle lenzen)

Slide 5 - Slide

Positieve lenzen
Convergerend: lichtstralen worden afgebogen naar binnen, naar de hoofdas
  • Evenwijdige bundel voor 
lens is convergente bundel 
na lens
  • Boller - sterker convergerende 
werking

Slide 6 - Slide

Negatieve lenzen
Divergerend: Lichtstralen afgebogen naar buiten bij hoofdas vandaan.
  • Evenwijdige bundel voor 
lens is divergent na de lens
  • Holler - sterker divergerende 
werking

Slide 7 - Slide

Stel of het een positieve of een negatieve lens.
A
Positief
B
Negatief

Slide 8 - Quiz

Stel of het een positieve of een negatieve lens.
A
Positief
B
Negatief

Slide 9 - Quiz

Stel of het een positieve of een negatieve lens.
A
Positief
B
Negatief

Slide 10 - Quiz

Stel of het een positieve of een negatieve lens.
A
Positief en convergerend
B
Negatief en divergerend
C
Positief en divergerend
D
Negatief en convergerend

Slide 11 - Quiz

Stel of het een positieve of een negatieve lens.
A
Positief en convergerend
B
Negatief en divergerend

Slide 12 - Quiz

Stel of het een positieve of een negatieve lens.
A
Positief en convergerend
B
Negatief en divergerend

Slide 13 - Quiz

Stel of het een positieve of een negatieve lens.
A
Positief en convergerend
B
Negatief en divergerend

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Positieve lenzen

Slide 16 - Slide

Spiegelbeeld

Slide 17 - Slide

Constructiestralen
Tekening op schaal -> Bepaal waar beeld achter lens ontstaat
Dit heet construeren
We doen het altijd met drie lichtstralen
1 - Door het midden van de lens, verandert niet richting
2 - Evenwijdig aan hoofdsas. Na lens door brandpunt (F).
3 - Voor de lens door de hoofdas en na de lens evenwijdit aan             de hoofdas.

Slide 18 - Slide

Stappen:
1. Teken lens met hoofdas 
en brandpunt (F)
2. Voorwerp en pijl V1 V2 
juiste afstand.
3. Twee constructiestralen, B1 waar stralen zamen komen.
4. Beeld B1 B2. Beeld ondersteboven.

Slide 19 - Slide

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3
4

Slide 20 - Slide

Voorbeeldvraag:
Teken het beeld van een voorwerp wat 3,5cm hoog staat, en 5 cm van een lens staat, als de lens een brandpunt van 2,5 cm heeft.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Oefenopgave
Teken het beeld van een voorwerp wat 2.5 cm hoog staat, en 5 cm van een lens staat, als de lens een brandpunt van 3 cm heeft.




                                                                                                   (5 minuten)

Slide 23 - Slide

Vergroting N
1
2

Slide 24 - Slide

Bereken de vergroting

Slide 25 - Slide

Uitwerking 
1
2

Slide 26 - Slide

Teken het beeld en bereken de vergroting
1
2
3
4

Slide 27 - Slide

Uitwerking 
1
2

Slide 28 - Slide

Teken het beeld en bereken de vergroting
1
2
3
4

Slide 29 - Slide

Uitwerking 
1
2

Slide 30 - Slide

Teken het beeld en bereken de vergroting
1
2
3
4

Slide 31 - Slide

Uitwerking 
1
2

Slide 32 - Slide

Teken het beeld en bereken de vergroting

Slide 33 - Slide

Uitwerking
1
2

Slide 34 - Slide

Reëel beeld
1
2

Slide 35 - Slide

Virtueel beeld tekenen
1
2
3
4

Slide 36 - Slide

Virtueel beeld 
1
2
3

Slide 37 - Slide

Huiswerk
leren §2.1 t/m §2.3
maken opdr. 6 t/m 9
13, 17

Slide 38 - Slide