5.3 Beelden maken met een lens.

Beelden maken met een lens
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Beelden maken met een lens

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
De breking bij een bolle en holle lens tekenen.
Met behulp van de constructiestralen het beeld tekenen.

Slide 2 - Slide

Voorkennis
Noteer zoveel mogelijk apparaten die je kent met lenzen.

Slide 3 - Slide

Positieve lenzen:
Deze zijn in het midden het 
dikst en hebben een vergrotende werking  (bolle lenzen).


Slide 4 - Slide

Positieve lenzen hebben een convergerende werking
Het licht breekt iets naar binnen t.o.v. voor de lens. 

Slide 5 - Slide

Negatieve lenzen:
In midden dunst en hebben een verkleinende werking  (holle lenzen).

Slide 6 - Slide

Negatieve lenzen hebben een divergerende werking
De bundel beweegt uit elkaar t.o.v. er voor.

Slide 7 - Slide

Het brandpunt
Evenwijdig licht gaat na breking door het brandpunt (F van focus)

Slide 8 - Slide

Constructiestralen
 Bepaal waar het beeld achter lens ontstaat.

We doen het altijd met twee  constructiestralen.
1 - Door het midden van de lens, verandert niet richting
2 - Evenwijdig aan hoofdas. Na lens door brandpunt (F).

Slide 9 - Slide

1 Teken de lens, het brandpunt en de hoofdas.

Slide 10 - Slide

Teken het voorwerp als een pijltje L1 L2

Slide 11 - Slide

3 Teken het beeldpunt B1 met de twee constructiestralen.

Slide 12 - Slide

Teken het beeld als een pijl B1B2.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Controle van begrip 

Teken het beeld van een voorwerp wat 3,5 cm hoog staat, en 5 cm van een lens staat, als de lens een brandpunt van 2,5 cm heeft.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Belang lesdoel
Begrijpen waarom beelden ondersteboven komen bij b.v. een beamer.
Hogere cijfers voor je toets als je goede tekeningen met de constructiestralen kan maken.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

a Geef in de figuur het brandpunt aan met een stip en zet er de letter F bij.

b Teken hoe het zonlicht van links op de lens valt.

Slide 19 - Slide

Leg uit welke lens het sterkst is.

Slide 20 - Slide

Bol of hol ?

Slide 21 - Slide

Bol of hol ?

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Teken drie keer het beeld.

Slide 24 - Slide