Grammatica 2 onderwerp 12/1

Lesdoel en -inhoud
Lesdoel: Ik kan het onderwerp van een zin benoemen. 
(Grammatica 2, blz. 58 en 59)

  • Theorie onderwerp herhalen
  • Opdrachten 2 (en 3) nakijken.
  • Opdrachten 4 en 5 maken.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesdoel en -inhoud
Lesdoel: Ik kan het onderwerp van een zin benoemen. 
(Grammatica 2, blz. 58 en 59)

  • Theorie onderwerp herhalen
  • Opdrachten 2 (en 3) nakijken.
  • Opdrachten 4 en 5 maken.

Slide 1 - Slide

Wouter heeft al nieuwe schaatsen gekocht voor de winter.



Onderwerp? : Wouter heeft al nieuwe schaatsen gekocht voor de winter.

Slide 2 - Slide

Wouter heeft al nieuwe schaatsen gekocht voor de winter.



Onderwerp?: In Gorinchem kun je Gorcumse Zoute Bollen kopen in een traditioneel blik.

Slide 3 - Slide

Wouter heeft al nieuwe schaatsen gekocht voor de winter.



Onderwerp?: De directie vraagt uw aandacht voor de nieuwe schoolregels.

Slide 4 - Slide

Antwoorden opdr. 2 
1 De hevigheid van een aardbeving / (kunnen) / wij / meten / op de schaal van Richter.
De hevigheid van een aardbeving / (kan) / ik / meten / op de schaal van Richter.                     ow = wij

2 Aardbevingen / (worden / dikwijls / gevolgd / door meerdere naschokken.
Een aardbeving / (wordt) / dikwijls / gevolgd / door meerdere naschokken.                              ow = Aardbevingen

3 Met een seismometer / (bepalen) / deskundigen / de locatie van een aardbeving.
Met een seismometer / (bepaalt) / een deskundige / de locatie van een aardbeving.          ow = deskundigen

4 Helaas / (laat) / een beving / zich / moeilijk / voorspellen.
Helaas / (laten) / bevingen / zich / moeilijk / voorspellen.                                                                     ow = een beving

Slide 5 - Slide

Antwoorden opdr. 3
(1) pv = vinden
ow = we
(2) pv = heeft
ow = Een klassieker
(3) pv = kent
ow = Wie
(4) pv = is
ow = dit stuk over een onmogelijke liefde
(5) pv = blijft
ow = Deze tragedie uit de 16e eeuw
(6) pv = schreef
ow = De Engelse schrijver William Shakespeare

Slide 6 - Slide

Maak opdracht 4





Klaar? Maak alvast opdracht 5.
timer
8:00

Slide 7 - Slide

antwoorden opdr. 4
1 Wie van jullie klas / (wil) / morgen / als eerste / het werkstuk / presenteren?
ow = Wie van jullie klas
2 Wat / (wordt) / vandaag / getoetst / door de docent?
ow = Wat
3 Welke leerling / (heeft) / geoefend / met de digitale lesstof?
ow = Welke leerling
4 Wanneer / (zet) / de docent / de cijfers van het laatste proefwerk / in het systeem?
ow = de docent

Slide 8 - Slide

Maak opdracht 5 of neem pauze
timer
8:00

Slide 9 - Slide

Antwoorden opdr. 5
1 In tropische landen zoals Indonesië / (wordt) / (rijst) / verbouwd.

2 (Wie) / (heeft) toegezegd / de racefiets / in de schuur / te zetten?

3 Tot onze teleurstelling / (heeft) / (de regen) / in de caravan / lekkage / veroorzaakt.

4 (Welke schaatsafstand) / (is) / deze keer / favoriet / bij de Olympische Spelen?

Slide 10 - Slide