M3 2.2 + 2.3 9-2-2022

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Welkom :)

Ga rustig zitten en controleer huiswerk:

Opdrachten 7, 8, 10

uitwerkingen --> TEAMS

Vorige keer:

lesdoelen 2.1

je kent parallel en serie

je kan een elektrisch schema maken

Parallel

Serie

de stroom is overal gelijk

I_t = I₁ + I₁

Vandaag:

lesdoelen 2.2 + 2.3

je kent de verschillende draden in huis

Je kent de formules voor: vermogen & energie

Vandaag:

• Eerst theorie. aantekeningen maken. vraag? hand opsteken
• Checkvragen.
• Opdrachten maken. Werkvorm.
• Controle & afsluiting
• Eerst: waarom [onderwerp]?

Waarom elektriciteit in huis?

Elektriciteit in huis!

Elektriciteit in huis

• Huisinstallatie: alle elektriciteitsdraden door het huis
  Soorten draden:
• Stopcontact heeft twee draden:
  1. fasedraad (bruin)
  2. nuldraad (blauw)
  stroomkring!
• Lamp: schakeldraad

Welke draden zijn dit?

fasedraad

nuldraad

schakeldraad

In je huis: serie of parallel?

Deel 2: vermogen & energie

Eerst een check vraag,

heb je die goed?

ga aan de slag!

nog lastig? let goed op bij de presentatie!

Een lampje gebruikt 6 A bij een spanning van 2 V. Wat is het vermogen van het lampje?

1. 6 W
2. 2 A
3. 12 W
4. 12 J

Het lampje van 12 W staat 25 uur aan. Hoeveel energie gebruikt het lampje?

1. 300 kWh
2. 0,3 kWh
3. 0,6 kWh
4. 25 Watt

Opdrachten:

Maak opdrachten 32, 34, 36

Klaar? probeer 42!

Vermogen

• Vermogen is: hoeveel elektrische energie een apparaat gebruikt per seconde.
• De eenheid van vermogen is de Watt (W)
• De formule is: P = U * I
• Voor een lamp: hoe hoger het vermogen,
  hoe meer licht!

Energie

• Het energieverbruik van een apparaat meet je door het vermogen keer de tijd te doen. De formule is:
• E = P * t
• De eenheid van energieverbruik is kilowattuur [kWh]
• Dit wordt gebruikt om de energierekening te betalen!

Opdrachten:

Maak opdrachten 32, 34, 36

Klaar? probeer 42!

wat is het
vermogen van
deze lamp?

1. 230 V
2. 50 Hz
3. 460 W
4. kan je niet aflezen

Een lampje heeft een vermogen van 100 watt en staat 20 uur aan. 1 kWh kost € 0,25. Hoeveel is de energierekening?
(tip: 1 kW = 1000 W)

1. € 0,25
2. € 0,50
3. € 0,75
4. € 1,00

Een wasmachine (4 A), een föhn (1 A) en een droger (3 A). De zekering is 10 A. Wat gebeurt er?

1. De zekering schakelt de groep uit
2. De zekering schakelt alleen de wasmachine uit
3. Niets
4. Er ontstaat kortsluiting

Theorie

Voordoen

checkvraag

Opdracht

Maak: opdrachten  op pagina xx

Werkvorm: zelfstandig, tijd

Klaar? ....

Opdrachten bespreken

Huiswerk

Opdrachten ...

Paragrafen ... lezen

controle & afsluiting

Vooruitblik volgende les

lesdoelen

Klaar?

Moeilijke opdracht klassikaal, doorlezen, anders??