3.2 Crisis en ontevredenheid

Het interbellum
3.2 Crisis en ontevredenheid
1 / 44
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het interbellum
3.2 Crisis en ontevredenheid

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Zie leerdoelenkaart

Slide 2 - Slide


Republiek van Weimar

Slide 3 - Slide

Lees eerst LD 1

Slide 4 - Slide

Republiek van Weimar
Ontstaan
  • Opgericht in 1918 na het aftreden van keizer Wilhelm II.
  • Parlementaire democratie met een president als staatshoofd.

Slide 5 - Slide

Republiek van Weimar
Problemen
Economische onrust door herstelbetalingen WO I:
  • Regering liet geld bijdrukken om herstelbetalingen te betalen.
  • Hierdoor ontstond hyperinflatie.

Politiek onrust:
  • Pogingen tot staatsgrepen van communisten, nationalisten, separatisten, ...
  • Bierkellerputsch in Munchen (1923): poging tot staatsgreep door NSDAP

Slide 6 - Slide

HYPERFLATIE
je geld is niets meer waard

Slide 7 - Slide

Nu kan je LD 1 bereiken! Lees daarna LD 2.

Slide 8 - Slide

Hitlers mislukte staatsgreep
Dolkstootlegende
In Duitsland ontstaat de dolkstootlegende:
Het Duitse leger had de oorlog kunnen winnen maar werd verraden door zijn eigen regering. Die regering sloot, tegen een hoge prijs, vrede met de Geallieerden.

  • Dit is een legende. Het Duitse leger was uitgeput en er heerste hongersnood.
  • Wantrouwen tegenover democratische regering.
  • Hitler gelooft heel sterk in deze legende.

Slide 9 - Slide

Nu kan je LD 2 bereiken! Lees daarna LD 3.

Slide 10 - Slide

Hitlers mislukte staatsgreep
Bierkellerputsch (1923)
Wat?
  • NSDAP pleegt in München een staatsgreep onder leiding van Hitler. Aanleiding: bezetting Ruhr gebied.
  • Leger steunt de staatsgreep niet en neemt Hitler gevangen.
  • Hitler wordt veroordeeld voor 5 jaar... maar komt na 1 jaar vrij.
Gevolgen?
  • Het proces geeft Hitler nationale bekendheid.
  • Hitler schrijft Mein Kampf (mijn strijd).

    Slide 11 - Slide

    Nu kan je LD 3 bereiken! 

    Slide 12 - Slide

    Bezetting van het 
    Ruhrgebied 1923-1924
    • Duitsland kan de herstelbetalingen niet meer opbrengen 
    • Franse troepen bezetten het Ruhrgebied om Duitsland te dwingen
    • De Duitse arbeiders leggen er hun werk neer, maar de overheid betaalt door.

    Slide 13 - Slide

    Lees nu LD 4.

    Slide 14 - Slide

    Dawesplan
    Economische Problemen
    Problemen voor Duitsland
    • Duitsland kent economische crisis
    • Duitsland kan zijn herstelbetalingen niet doen wegens te lage belastingopbrengsten.

    Problemen voor VS
    • Frankrijk en Groot-Brittannië hebben oorlogsschulden bij de VS.
    • Weinig handel (export) tussen Europa en VS.


      Slide 15 - Slide

      Dawesplan
      Schema

      DUITSLAND
      FRANKRIJK
      VS
      herstelbetalingen uit belastingsgeld
      oorlogsschulden
      + handel met VS
      leningen voor opbouw economie

      Slide 16 - Slide

      Nu kan je LD 4 bereiken!

      Slide 17 - Slide

      Slide 18 - Video

      Crisis in de V.S.

      Slide 19 - Slide

      Lees eerst LD 5.

      Slide 20 - Slide

      Crisis in de Verenigde Staten
      Beurskrach van Wallstreet
      • Overproductie in landbouw. Gevolg?
      • Overwaardering aandelen - de beurskrach.
          

      Slide 21 - Slide

      Slide 22 - Video

      Slide 23 - Slide

      Slide 24 - Slide

      Slide 25 - Slide

      Slide 26 - Slide

      Slide 27 - Slide

      Slide 28 - Slide

      Slide 29 - Slide

      Slide 30 - Slide

      Slide 31 - Slide

      Slide 32 - Link

      Nu kan je LD 5 bereiken.

      Slide 33 - Slide

      Crisis in de Verenigde Staten
      Gevolgen crisis
      hogere belasting
      minder winst
      arbeiders ontslagen
      stijging
      werklozen
      minder koopkracht
      daling verkoop

      Slide 34 - Slide

      Slide 35 - Video

      crisis slaat over naar Europa 

      Slide 36 - Slide

      Een sterke leider

      Slide 37 - Slide

      Een sterke leider
      Onvrede bevolking
      In Duitsland verlengt men opnieuw naar een sterke leider in plaats van naar democratie:
      • Economische crisis VS (1929) treft ook de rest van de wereld.
      • Gekrenkte trots door Vrede van Versailles.

      Slide 38 - Slide

      Lees nu LD 6.

      Slide 39 - Slide

      Fascisme

      Slide 40 - Slide

      Fascisme
      Benito Mussolini
      In 1922 grijpt Benito Mussolini de macht in Italië (staatsgreep). 
      Het land wordt een totalitaire dictatuur:
      • Einde democratie met Mussolini als leider.
      • Tegenstanders worden met geweld aangepakt.

      Slide 41 - Slide

      Fascisme
      Kenmerken
      • anti-democratisch: leider (Il Duce) is alleenheerser (leiderbeginsel).
      • Nationalisme.
      • Geweld wordt verheerlijkt.
      • Maakt gebruik van propaganda en censuur

      In tegenstelling tot het nationaal-socialisme kent het fascisme in oorsprong geen rassenleer of anti-semitisme.

      Slide 42 - Slide

      Slide 43 - Video

      Nu kan je LD 6 en de andere leerdoelen bereiken!

      Slide 44 - Slide