This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Nederlands - 1HA
Slide 1 - Slide
Lezen
Pak allemaal je leesboek erbij. De eerste 10 minuten gaan we zelfstandig lezen.
Slide 2 - Slide
In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea's met elkaar samen. Die samenhang heet het verband in de tekst. Door te letten op verbanden in de tekst, kun je de tekst beter begrijpen. Je kunt verbanden vaak herkennen aan signaalwoorden.
Slide 3 - Slide
Herhaling
Een chronologisch verband is: ... Een opsommend verband is: ... Een tegenstellend verband: ... Een toelichtend verband is: ...
Slide 4 - Slide
Een chronologisch verband beschrijft gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde.
In een opsommend verband worden dingen achter elkaar opgenoemd.
In een tegenstellend verband worden tegenovergestelde zaken genoemd.
In een toelichtend verband wordt extra informatie gegeven bij een onderwerp.
Slide 5 - Slide
Zij moet eerst haar zere oor aan de dokter laten zien. Daarna mag ze een pijnstiller nemen.
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend
Slide 6 - Quiz
Naast muziek, geniet mijn moeder ook erg van films en musicals.
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend
Slide 7 - Quiz
De jongens uit mijn klas leggen de lat niet erg hoog. Neem als voorbeeld Lex. Hij gaat altijd voor een 5,5
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend
Slide 8 - Quiz
Ik ben van mening dat we dit product moeten stoppen. Daar denkt mijn zakenpartner echter anders over.
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend
Slide 9 - Quiz
Huiswerk bespreken
Het huiswerk voor vandaag is opdracht 1 en 2 op bladzijde 104.
Slide 10 - Slide
Huiswerk
Voor de volgende keer maak je opdracht 4 op bladzijde 106.