Verkeer - ongevallen - schade aan je zenuwen

Verkeer
Een ongeval is snel gebeurd...

Kunnen zelfrijdende auto's het aantal ongevallen verminderen?
1 / 26
next
Slide 1: Slide
PAVSecundair onderwijs

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Verkeer
Een ongeval is snel gebeurd...

Kunnen zelfrijdende auto's het aantal ongevallen verminderen?

Slide 1 - Slide

16

Slide 2 - Video

00:44
Waarom hebben we volgens jou nog (bijna) geen zelfrijdende auto's?

Slide 3 - Open question

01:05
Welke auto staat er op het kaartje dat professor Brijs vast heeft?
A
De eerste tekening van een auto
B
De eerste zelfrijdende auto
C
Een oude auto die met chauffeur werd geleverd
D
De eerste auto met een verbrandingsmotor

Slide 4 - Quiz

01:26
Wanneer gebeurde het eerste auto-ongeval?
A
1924
B
1798
C
1891
D
1981

Slide 5 - Quiz

01:57
Bijna 80.000 doden en 3,4 miljoen gewonden in het Belgisch verkeer in 50 jaar
Er zijn de laatste 50 jaar ongeveer 80.000 slachtoffers overleden in een verkeersongeval. Dat is ongeveer even veel als het aantal inwoners van Hasselt.
Naast deze doden vielen er meer dan 3,4 miljoen gewonden. Voor sommigen van hen heeft het ongeval hun leven volledig veranderd.
Zo herstelt 80% van alle mensen die ernstig gewond raken bij verkeersongevallen nooit meer volledig. Zij hebben in hun dagelijks leven nog steeds in meer of mindere mate last van hun ongeval. 30% van hen is zelfs moeten verhuizen als gevolg van het ongeval.
De gevolgen zijn niet alleen enorm voor het slachtoffer, maar ook voor de directe familie. In 1 op de 6 gevallen (16%) moest een lid van de naaste familie van de gewonde zelfs stoppen met werken om voor hem of haar te zorgen.
Informatie van VIAS (onafhankelijk kennisinstituut rond verkeersveiligheid)

Slide 6 - Slide

02:57
1972: een triest historisch record
In 1972 kwamen 3101 personen om het leven op onze wegen. Dat is het hoogste aantal dat ooit officieel geregistreerd werd in ons land. Vanaf dat jaar werd het duidelijk dat er maatregelen moesten genomen worden om het aantal verkeersdoden een halt toe te roepen. Zo werd in 1974 definitief 120 km/u ingevoerd als de maximumsnelheid op autosnelwegen en 90 km/u op andere wegen. Dit was het begin van een lange lijst van maatregelen die de situatie aanzienlijk zouden verbeteren. In 1984 daalde ons land voor het eerst onder de 2.000 doden en in 2008 daalde dit aantal onder de 1.000. In 2019, het laatste jaar voor de gezondheidscrisis, stierven 644 mensen op onze wegen.

Slide 7 - Slide

03:32

Slide 8 - Slide

05:22
Voor welke oorzaken van verkeersongevallen kan een zelfrijdende auto een oplossing bieden?
Hiervoor wel:
Hiervoor niet:
Vermoeidheid chauffeur
Dronken achter het stuur zitten
Afgeleid zijn door je GSM
Problemen met de weginfrastructuur
Technische problemen met auto
Overdreven snelheid
Onoplettendheid chauffeur

Slide 9 - Drag question

07:56
Stopafstand berekenen
Stopafstand = reactieafstand (A) en remafstand (B)
Stoppen = reageren+ vertragen

Als je sneller rijdt, wordt je stopafstand langer.

Op de tekening vergelijken we de stopafstanden bij verschillende snelheden met de afmetingen van een voetbalveld.

Rij je met een snelheid van 120 km/u, dan heb je meer dan een voetbalveld nodig om tot stilstand te komen!

Slide 10 - Slide

11:02
Hoe communiceren zelfrijdende auto's met elkaar en reageren ze op hun omgeving?

Slide 11 - Open question

07:56
Remafstand (B)
= afstand die je aflegt tijdens het vertragen

Nadat je het rempedaal hebt ingeduwd (na 1 seconde), begint je auto pas te vertragen.
Hoe sneller je rijdt, hoe meer tijd en afstand je auto nodig zal hebben om te vertragen en helemaal tot stilstand te komen.
De afstand die je aflegt tijdens het vertragen, noemen we de REMAFSTAND.

Slide 12 - Slide

07:56
Hoe sneller je rijdt, hoe groter je stopafstand
Reactieafstand (A): afstand die je aflegt tijdens het reageren

Als je een gevaar ziet, duw je automatisch razendsnel je rempedaal in. Die reactie duurt bij een gemiddelde bestuurder 1 seconde. Dat noemt men de reactietijd.

De afstand die je aflegt tijdens die 1 seconde is je REACTIEAFSTAND.
De reactieafstand is afhankelijk van de snelheid waarmee je rijdt. Hoe sneller je rijdt, hoe groter je reactieafstand wordt (zie tekening links: afgelegde afstand in 1 seconde reactietijd).
Als je 120 km/u rijdt en je moet plots remmen, heb je al 33 meter afgelegd tussen het moment waarop je het gevaar ziet en wanneer je voet effectief het rempedaal induwt.

Slide 13 - Slide

07:56
Hoe lang duurt het voor een bestuurder terug zijn aandacht bij de weg heeft, als hij niet aan het opletten was?
A
5-6 seconden
B
10-12 seconden
C
25-30 seconden
D
8-10 seconden

Slide 14 - Quiz

03:32
Snelheid blijft de allergrootste verkeerskiller
(bron: veiligverkeer.be)
Snelheidsbeperkingen zijn veiligheidsmaatregelen die hoogstnodig zijn. De cijfers liegen er niet om en tonen aan dat snelheid een bijzonder grote rol speelt in de verkeersveiligheid.

Hoe komt dat?
Hoe hoger je snelheid, hoe meer info je moet verwerken en moet zien op minder tijd.
Hoe hoger je snelheid, hoe langer het duurt voor je stilstaat als je moet remmen of stoppen.
Hoe hoger je snelheid, hoe zwaarder de impact en hoe ernstiger de gevolgen bij een botsing.


Slide 15 - Slide

03:32
Wat zijn volgens jou de belangrijkste oorzaak van zware verkeersongevallen?
A
GSM gebruiken achter het stuur
B
Overdreven snelheid
C
Slaperigheid
D
Het niet dragen van de gordel

Slide 16 - Quiz

02:57
Aantal verkeersdoden op onze wegen en de voornaamste verkeersveiligheidsmaatregelen in ons land de voorbije 50 jaar (VIAS)

Slide 17 - Slide

01:57
Hoeveel verkeersdoden vielen er in België in 2022?
A
420
B
534
C
640
D
540

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Een ongeval kan je leven veranderen

Slide 20 - Slide

Bestudeer deze afbeelding en beantwoord hierna de vragen
Bij welk soort ongeval sterven de meeste voetgangers?

Bij welk soort ongeluk vallen de meeste slachtoffers in een auto?

Waardoor sterven de meeste bromfietsers?

Slide 21 - Slide

Voetgangers sterven het vaakst na een aanrijding door een
A
vrachtwagen
B
auto
C
bus
D
fiets

Slide 22 - Quiz

Slachtoffers in de auto vallen het meest bij een aanrijding
A
met een vrachtwagen
B
met een andere auto
C
waar geen andere weggebruikers bij betrokken zijn
D
met een bus

Slide 23 - Quiz

Bromfietsers sterven het vaakst na een aanrijding
A
waar geen andere weggebruikers bij betrokken zijn
B
met een auto

Slide 24 - Quiz

Hoe sneller je rijdt, hoe groter de klap bij een ongeval
Hoe sneller je rijdt, hoe groter de krachten die vrijkomen bij een botsing. Wanneer je met een hoge snelheid tegen een vast obstakel botst, overleef je de klap meestal niet.

De kracht die je lichaam moet opvangen bij een botsing is enorm. Je kunt de impact van die botsing vergelijken met een vrije val, bijvoorbeeld van een flatgebouw. Hoe harder je rijdt, hoe groter de hoogte van de val.

Ondanks de kreukelzones, veiligheidsgordels en airbags in je auto, kan je heel zwaar gewond raken bij botsingen met relatief lage snelheden. Kwetsbare weggebruikers zijn al helemaal kansloos, omdat ze niet beschermd zijn.

Slide 25 - Slide

Wat kan je zelf doen om
veiliger te zijn in het verkeer?

Slide 26 - Mind map