Bijzinnen benoemen/beknopte bz/verkeerd aansluitende bekn bz (hh)

Benoemen van bijzinnen (BZ)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Benoemen van bijzinnen (BZ)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

hoofdzin:
PV en O staan naast elkaar en kunnen niet worden gescheiden door het woord 'niet'

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Stappenplan bijzin benoemen
1. Wat is de hoofdzin en wat is de bijzin?
2. Vervang de bijzin door een woord
3. Ontleed de hoofdzin met het woord en benoem dan de bijzin

Slide 14 - Slide

Ik snap de bijzinnen nu
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Beknopte bijzinnen

Kenmerkend voor een normale bijzin is dat die een persoonsvorm en onderwerp bevat en dat deze niet naast elkaar in de zin staan. 


Een beknopte bijzin is een verkorte versie van een bijzin. Deze bevat geen persoonsvorm en onderwerp, maar een verzwegen onderwerp en een andere werkwoordsvorm.

Slide 17 - Slide

Maak van de beknopte bijzin een normale bijzin: Skatend op het schoolplein kwam Henry ten val.

Slide 18 - Open question

Soorten bijzinnen:
naamw. deel- van- het- gezegdezin
Bijvoorbeeld:
Zij is nog steeds zoals ze twintig jaar geleden was
Zij is nog steeds  ..................................
vervang "zoals ze twintig jaar geleden was" door woord: mooi
Zij is nog steeds mooi = naamw. deel van het gezegde
Dus: 
zoals ze twintig jaar geleden was = naamw. deel- van- het- gezegdezin

Slide 19 - Slide