Na het Tijdvak van de Industriële Revolutie (tijd van Burgers en Stoommachines), waarin er verstedelijking en democratisering had plaatsgevonden, kennen we tijdvak 9 vooral vanwege de
Twee Wereldoorlogen die erin plaatsvinden. De tijd vóór de Eerste Wereldoorlog noemen we de Belle Epoque; het mooie tijdperk, waarin er een Tweede Industriële Revolutie plaatsvond en
massasamenlevingen ontstonden. Vanwege de vooruitgang in technologie geloofden de mensen dat er alleen nog maar vooruit gang zou zijn. De
Eerste Wereldoorlog (1914-1918) moest onvermijdelijk plaatsvinden, vanwege alle oorzaken die in tijdvak 8 al waren ontstaan. Na de Eerste Wereldoorlog is er het
interbellum (tijd tussen de twee oorlogen). Het optimisme vanuit de Belle Eppoque was daarmee van tafel geveegd. Omstandigheden veranderden wereldwijd na de
Beurskrach van 1929 in New York. Crisis, armoede en werkloosheid droegen bij aan het ontstaan van
totalitaire ideologieën en dictaturen, zoals in Duitsland, Italië, Spanje en Rusland.
Het was een kwestie van tijd tot de Tweede Wereldoorlog los zou barsten; in 1939. De Tweede Wereldoorlog duurt tot 1945. De Periode die daarna volgt, noemen we de Koude Oorlog.