Herhalen werkwoordsvormen

1 / 29
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welke werkwoordsvormen
weet je nog?

Slide 2 - Mind map

Uitleg vormen:
Duurvorm: werkwoord be + werkwoord + ing (I am walking)
Verleden tijd: werkwoord + ed of 2e rijtje(I walked)
Toekomende tijd: will + werkwoord (I will walk)
Voltooid tegenwoordige tijd: have/has + voltooid deelwoord of 3e rijtje (I have walked)
Voltooid verleden tijd: had + voltooid deelwoord of 3e rijtje (I had walked)

Slide 3 - Slide

Wat ga je doen?
Vul zo meteen aan de hand van de vorige slide de vragen in. 
Maak eerst alle "gewone vragen (gekleurd)", heb je die allemaal goed, maak dan de "paarse" en daarna de "zwart" vragen.


Slide 4 - Slide

Hoe?
Stap 1: welke werkwoordsvormen weet je nog?
Stap 2: alle kleuren behalve paars/zwart -> alles goed -> stap 3
stap 3: paars -> alles goed -> stap 4
stap 4: zwart

Ofwel: van links naar rechts. 

Slide 5 - Slide

Wat is de duurvorm (-ing) van "enter"?

Slide 6 - Open question

Wat is de duurvorm (-ing) van "order"?

Slide 7 - Open question

Wat is de duurvorm (-ing) van "develop"?

Slide 8 - Open question

Wat is de verleden tijd van "answer"?

Slide 9 - Open question

Wat is de verleden tijd van "offer"?

Slide 10 - Open question

Wat is de verleden tijd van "sponsor"?

Slide 11 - Open question

Wat is de toekomende tijd van "leave"?

Slide 12 - Open question

Wat is de toekomende tijd "phone"?

Slide 13 - Open question

Wat is de toekomende tijd van "send"?

Slide 14 - Open question

Wat is de voltooid tegenwoordige tijd van "work"?

Slide 15 - Open question

Wat is de voltooid tegenwoordige tijd van "develop"?

Slide 16 - Open question

Wat is de voltooid tegenwoordige tijd van "confirm"?

Slide 17 - Open question

Wat is de voltooid verleden tijd van "exceed"?

Slide 18 - Open question

Wat is de voltooid verleden tijd van "increase"?

Slide 19 - Open question

Wat is de voltooid verleden tijd van "fail"?

Slide 20 - Open question

Wat is de verleden tijd van "arise"?
(2e rijtje)

Slide 21 - Open question

Wat is de verleden tijd van "become"?
(2e rijtje)

Slide 22 - Open question

Wat is de verleden tijd van "freeze"?
(2e rijtje)

Slide 23 - Open question

Wat is de verleden tijd van "find"?
(2e rijtje)

Slide 24 - Open question

Wat is de verleden tijd van "sink"?
(2e rijtje)

Slide 25 - Open question

Wat is de verleden tijd van "teach"?
(2e rijtje)

Slide 26 - Open question

Vertaal de volgende zin:
Ik kan niet.

Slide 27 - Open question

Vertaal de volgende zin:
Ik moet.
twee antwoorden zijn goed.

Slide 28 - Open question

Vertaal de volgende zin:
Ik mag.

Slide 29 - Open question