D (herhaling) + E

plattegrond + telefoonnummers




Docent
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

plattegrond + telefoonnummers




Docent

Slide 1 - Slide

mes meilleurs voeux pour 2024

Slide 2 - Slide

le mardi 9 janvier 2024
  • Quelle saison on est actuellement?
  • La saison actuelle, c'est l'hiver.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

français en classe - parler des vacances
  • Tu as passé de bonnes vacances?
  • Oui, j'ai passé de (très) bonnes vacances.
  • Oui, j'ai eu de vacances formidables.
  • Oui, j'ai passé des vacances normales.
  • Mes vacances étaient ennuyeuses.
  • Qu'est-ce que tu as fait?

Slide 5 - Slide

annonces
- Morgen (woensdag 10 janvier) 1e uur inhalers voca / luistertoets
- Oefenen kijk- en luistertoets

Slide 6 - Slide

programme / objectifs
- parler du temps + parler des vacances

- grammaire: de gebiedende wijs herkennen / de juiste vormen kunnen
  kiezen / zelf zinnen maken in de gebiedende wijs.

- opdrachten maken die te maken hebben met het beschrijven van
  voorwerpen

Slide 7 - Slide

grammaire D - page 98
  • Wat is de gebiedende wijs (impératif) ook alweer?
  • In het Frans heb je drie vormen van de gebiedende wijs. Welke?


Slide 8 - Slide

gebiedende wijs / impératif

Slide 9 - Slide

grammaire D - page 98

Slide 10 - Slide

grammaire D - question 1
Je bent in de keuken en je wilt dat iemand je een mes geeft.

1   Donne-moi un couteau.
2   Donner moi un couteau.
3   Donnez-moi un couteau

Slide 11 - Slide

grammaire D - question 1
Je bent in de keuken en je wilt dat iemand je een mes geeft.

1   Donne-moi un couteau.
     De je-vorm van het werkwoord. Je spreekt 1 persoon aan.

Slide 12 - Slide

grammaire D - question 2
Een groepje toeristen vraagt jou de weg. Zeg dat ze rechtsaf moeten slaan.

1   Tournons à droite.
2   Tournez à droite.
3   Tourne à droite.

Slide 13 - Slide

grammaire D - question 2
Een groepje toeristen vraagt jou de weg. Zeg dat ze rechtsaf moeten slaan.


2   Tournez à droite.
     De vous-vorm van het werkwoord. Je spreekt meerdere personen aan.

Slide 14 - Slide

grammaire D - question 3
Je wilt graag dat je docente Frans tegen jou in het Frans spreekt. Wat zeg je?
(Je spreekt je docente met u aan)

1   Parle français s'il te plait.
2   Tu parles français s'il te plait.
3   Parlez français s'il vous plait.

Slide 15 - Slide

grammaire D - question 3
Je wilt graag dat je docente Frans tegen jou in het Frans spreekt. Wat zeg je?
(Je spreekt je docente met u aan)

3   Parlez français s'il vous plait.
     De vous-vorm van het werkwoord omdat je iemand met u aanspreekt.

Slide 16 - Slide

grammaire D - question 4
Een Franse acteur vraagt aan zijn fans om naar zijn nieuwe film te kijken.

1   Regarde mon nouveau film.
2   Regardez mon nouveau film.
3   Regardons mon nouveau film.

Slide 17 - Slide

grammaire D - question 4
Een Franse acteur vraagt aan zijn fans om naar zijn nieuwe film te kijken.


2   Regardez mon nouveau film.
     De vous-vorm van het werkwoord, omdat hij meerdere personen               aanspreekt.

Slide 18 - Slide

grammaire D - question 5
Je broer stelt voor om naar het strand te gaan.

1   Aller à la plage.
2   Allez à la plage.
3   Allons à la plage.

Slide 19 - Slide

grammaire D - question 5
Je broer stelt voor om naar het strand te gaan.


3   Allons à la plage.
     De nous-vorm van het werkwoord, omdat iemand een voorstel doet.

Slide 20 - Slide

exit ticket - ticket de sortie
Schrijf in 2-tallen 5 zinnen op in de gebiedende wijs.

5 dingen die één of meer klasgenoten in een klaslokaal kunnen doen.

Gebruik in ieder geval een keer de 
- je-vorm
- vous-vorm
- nous-vorm

Slide 21 - Slide

au boulot

Slide 22 - Slide

au boulot
Ga aan de slag met de opdrachten uit de planner

Slide 23 - Slide