§1 Energiebalans op aarde

1 / 17

Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning

Leerdoelen
Woordweb - voorkennis activeren
Breedteligging en temperatuur
Energiebalans op aarde
Wiskundige begrenzing
Thermische begrenzing
Waar of niet waar
Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

De leerling kan in eigen woorden uitleggen hoe de zon het aardoppervlak verwarmt.
De leerling kan uitleggen hoe de breedteligging van een plaats van invloed is op de temperatuur.

Slide 3 - Slide

De kachel van de aarde

Het aardoppervlak is van zichzelf koud en heeft een kachel nodig om het te verwarmen. Wat is die kachel?

Slide 4 - Slide

De zon als kachel

De zon:

een vuurbal met een temperatuur van 6000 °C
Straalt warmte uit die we op aarde kunnen voelen.

Slide 5 - Slide

Breedteligging van invloed

De breedteligging van een plaats is van grote invloed op de temperatuur!

Hoge breedte(0-30 °C)
Gematigde breedte(30-60 °C)
Lage breedte(60-90 °C)

Maak opdracht a van paragraaf 1 op blz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wolken en stofdeeltjes

Schuine zonnestralen leggen een langere weg af door de dampkring.

Ze komen meer wolken en stofdeeltjes tegen om tegen aan te botsen

→ schuine zonnestralen geven minder warmte af dan rechte

Slide 8 - Slide

Energiebalans op aarde

De energiebalans tussen de aarde en de atmosfeer is de balans tussen de energie die van de zon komt en de energie die van de aarde uitgaat.

Slide 9 - Slide

Energiebalans op aarde

Slide 10 - Slide

Wiskundige begrenzing

Luchtstreken begrenzen aan de hand van breedtecirkels:

De tropen
De gematigd zone
De poolcirkels

Slide 11 - Slide

Thermische begrenzing

Luchtstreken begrenzen aan de hand van isothermen:

De tropen - palmgrens
De gematigd zone
De poolcirkels - boomgrens

Slide 12 - Slide

Wat zijn isothermen?

Isothermen:

Geven met lijnen op een kaart temperatuur grenzen aan. Die lijnen zijn gebaseerd op plaatsen met dezelfde temperatuur.

Slide 13 - Slide

Waar of onwaar

De zon is verantwoordelijk voor het opwarmen van de aarde.
De zon geeft overal op aarde evenveel warmte af.
De breedteligging van een plaats heeft invloed op de temperatuur.
Op hoge breedte, zoals in de poolstreken, is het koud.
Op lage breedte, zoals in de tropen, is het warm.

Slide 14 - Slide

Waar of onwaar

Schuine zonnestralen geven meer warmte af dan loodrechte stralen.
Loodrechte zonnestralen geven veel warmte af.
Wolken en stofdeeltjes in de lucht hebben geen invloed op hoeveel warmte zonnestralen afgeven.
De energiebalans op aarde is het evenwicht tussen de energie die van de zon komt en de energie die van de aarde uitgaat.
De wiskundige begrenzing van de luchtstreken gebeurt met isothermen.

Slide 15 - Slide

Aan de slag!

Hoe?

Individueel in stilte

Hoelang?

15 minuten

Wat?

§1 Energiebalans op aarde opdracht 1 t/m 8

timer

15:00

Slide 16 - Slide

Terugblik

De leerling kan in eigen woorden uitleggen hoe de zon het aardoppervlak verwarmt.
De leerling kan uitleggen hoe de breedteligging van een plaats van invloed is op de temperatuur.