What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spreekwoorden
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat is de betekenis van;
een storm in een glas water
A
Dat we slecht weer krijgen
B
Dat een glas water drinken lekker is
C
Dat je je druk maakt om niets
D
Dat je hoopt dat het gaat regenen
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Wat is de betekenis van;
met de deur in huis vallen
A
Dat je over de struikelt over de drempel van de deur
B
Meteen zeggen wat je bedoeld
C
Inbreken
D
Zeggen dat je iets niet goed hoort
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Wat is de betekenis van;
door de mand vallen
A
Betrapt worden
B
Je mandje vol met eieren leggen
C
Uit de luchtballon vallen
D
Een mandje maken
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Wat is de betekenis van;
achter het net vissen
A
Vissen met een net
B
Iets met vissen ophangen in je slaapkamer
C
Zwemmen met dolfijnen
D
Iets mislopen, te laat zijn, pech hebben
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Wat is de betekenis van;
slapend rijk worden
A
Zakgeld krijgen als je uitslaapt
B
Rijk worden van slapen
C
Rijk worden zonder dat je er veel voor hoeft te doen
D
Rijk worden van het geld van de buurman
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Wat is de betekenis van;
als de kat van huis is dansen de muizen op tafel
A
Als papa/mama weg zijn kan ik doen wat ik wil
B
Als papa/mama weg zijn lopen er muizen door het huis
C
Als de kat buiten is wil de hond niet meer naar buiten
D
Muizen houden van dansen
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Wat is de betekenis van;
naar de haaien gaan
A
Zwemmen met de haaien
B
Naar de dierentuin gaan
C
Zwemmen met zwembandjes om
D
Ten onder gaan/grote problemen krijgen
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Wat is de betekenis van;
twee vliegen in een klap slaan
A
Twee problemen in een keer oplossen
B
Een vlieg dood slaan
C
Een groot probleem maken
D
De problemen van een ander oplossen
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Wat is de betekenis van;
je moet een gegeven paard niet in de bek kijken
A
Je moet regelmatig naar de tandarts gaan
B
Je moet blij zijn met wat je krijgt
C
Een paard heeft een stinkende adem
D
Je moet paarden nooit weggeven
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Wat is de betekenis van;
de vuile was buiten hangen
A
De wasmachine niet gebruiken
B
Je geheimen opschrijven
C
Je kleren wassen zonder zeep
D
Wat binnen 4 muren moet blijven toch verklappen aan buitenstaanders
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Wat is de betekenis van;
de boot missen
A
Te laat zijn
B
Op tijd zijn
C
De wereld redden
D
Met de fiets vallen
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Slide
Wat is de betekenis van;
de appel valt niet ver van de boom
A
Dat appels niet uit een boom kunnen vallen
B
Dat kinderen vaak op hun ouders lijken
C
Dat kinderen niet genoeg appels eten
D
Dat kinderen graag in bomen klimmen
Slide 26 - Quiz
More lessons like this
jr2 - H2 Woordenschat - figuurlijk taalgebruik
August 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
Portalis Spreekwoorden
April 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
8.0 Spreekwoorden
April 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Les 2: spreekwoorden
November 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Les 1 (leerlingen): figuurlijk en letterlijk taalgebruik (Leerjaar 1)
November 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Spreekwoorden en gezegdes
November 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1
Spreekwoorden1
March 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Spreekwoorden & Uitdrukkingen
July 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1