Wat kan ik met deze informatie?
Naar mannelijke en vrouwelijke woorden verwijs je met
deze en
die:
Voorbeeld: de kano (m) , deze kano, die kano.
Voorbeeld: de discotheek (v), deze discotheek, die discotheek.
Voorbeeld: de bal (m), deze bal, die bal.
Naar onzijdige woorden verwijs je met dit en dat:
Voorbeeld: het cadeau (o), dit cadeau, dat cadeau.
Voorbeeld: het bal (o), dit bal, dat bal