repressief

repressief
Q1
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

repressief
Q1

Slide 1 - Slide

Wanneer mag je een veiligheidsfouillering doen?
A
Geen voorwaarden maar wel redelijk en gematigd
B
Altijd
C
Bij feiten en omstandigheden maar wel redelijk en gematigd
D
Bij feiten en omstandigheden

Slide 2 - Quiz

Wat is het doel van een veiligheidsfouillering?
A
zorgen voor je eigen veiligheid
B
Ter afwending van gevaar
C
vast stellen van ID
D
Zorgen dat de verdachte veilig is

Slide 3 - Quiz

Onder welk artikel staat de Identiteitsfouillering?
A
7 lid 3 Politiewet
B
55b wetboek van Strafvordering
C
7 lid 4 Politiewet
D
27c strafvordering

Slide 4 - Quiz

Wat staat er in artikel 52 Strafvordering
A
Aanhouden op heterdaad
B
Staande houden
C
Aanhouden buiten heterdaad met toestemming OVJ

Slide 5 - Quiz

Wat staat er in artikel 53 Strafvordering?
A
Aanhouden op heterdaad
B
Staande houden
C
Aanhouden buiten heterdaad met toestemming OVJ

Slide 6 - Quiz

Wat staat er in artikel 54 Strafvordering?
A
Aanhouden op heterdaad
B
Staande houden
C
Aanhouden buiten heterdaad met toestemming OVJ

Slide 7 - Quiz

In welk artikel staat veiligheidsfouillering?
A
7 lid 3 Politiewet
B
55b wetboek van Strafvordering
C
7 lid 4 Politiewet
D
27c strafvordering

Slide 8 - Quiz

In welk artikel staat vervoersfouillering?
A
7 lid 3 Politiewet
B
55b wetboek van strafvordering
C
7 lid 4 Politiewet
D
27c strafvordering

Slide 9 - Quiz

Bij een ID fouillering mag je ook de tas doorzoeken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Bij een vervoersfouillering mag je géén tassen controleren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Wat staat er in artikel 20 ambtsinstructie?
A
Wanneer je een veiligheid- en vervoersfouillering uitvoert
B
Taak van de politie
C
Rechten van de verdachte
D
Hoe je een veiligheid- en vervoersfouillering uitvoert

Slide 12 - Quiz

Wat staat er in Artikel 20 lid 2 van de ambtsinstructie
A
Dat je zoveel mogelijk door hetzelfde geslacht wordt gefouilleerd
B
Dat voorwerpen die met gevaar te maken hebben mogen ontnomen worden
C
Dat je voorwerpen die met gevaar hebben in beslag genomen worden
D
Dat de verdachte gevaarlijke voorwerpen MOET afgeven

Slide 13 - Quiz

Artikel 55b lid 2 wetboek van strafvordering zegt:
A
Dat je zoveel mogelijk bij hetzelfde geslacht een fouillering doet
B
Dat je alles van de fouillering in de Proces verbaal moet zetten
C
Dat je alleen in het openbaar mag fouilleren als dat noodzakelijk is
D
Dat alleen de ambtenaar van de politie mag fouilleren

Slide 14 - Quiz