This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Wat is het doel van een opsporingsfouillering?
A
Veiligheid.
B
Achterhalen identiteit.
C
Waarheidsvinding.
Slide 1 - Quiz
Om een opsporingsfouillering uit te kunnen voeren moet er sprake zijn van:
A
Aangehouden of staande gehouden verdachte.
B
Aangehouden verdachte en ernstige bezwaren.
C
De verdachte, ook al is deze niet aangehouden of staande gehouden.
D
Aangehouden of staande gehouden verdachte en ernstige bezwaren.
Slide 2 - Quiz
Op wiens bevel mag een onderzoek aan en in kleding worden uitgevoerd ter opsporing?
A
(H)OvJ
B
OvJ
C
Rechter-commissaris.
D
De bevoegde opsporingsambtenaar zelf.
Slide 3 - Quiz
Op wiens bevel mag een onderzoek in het lichaam worden uitgevoerd ter opsporing?
A
(H)OvJ.
B
OvJ.
C
Rechter-commissaris.
D
De bevoegde opsporingsambtenaar zelf.
Slide 4 - Quiz
Als een BOA een verdachte aan zijn kleding wil onderzoeken ter opsporing, is hij hiertoe bevoegd als hij een bevoegdheid heeft voor het strafbare feit waarvoor hij de verdachte heeft aangehouden en er ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 5 - Quiz
Om een identiteitsfouillering uit te kunnen voeren moet er sprake zijn van:
A
Aangehouden of staande gehouden verdachte.
B
Aangehouden verdachte en ernstige bezwaren.
C
De verdachte, ook al is deze niet aangehouden of staande gehouden.
D
Aangehouden of staande gehouden verdachte en ernstige bezwaren.
Slide 6 - Quiz
De identiteitsfouillering omvat ook het onderzoek aan de meegevoerde bagage.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 7 - Quiz
Jan heeft de auto van Piet geleend. Wat is Jan volgens het burgerlijk wetboek?
A
Eigenaar.
B
Bezitter.
C
Houder.
Slide 8 - Quiz
In het Wetboek van Strafvordering staat dat iets alleen in beslag kan worden genomen als dit vatbaar is voor in beslagneming. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Het goed moet zichtbaar mee worden gedragen.
B
Er moet een bepaald strafvorderlijk doel zijn om in beslag te nemen.
Slide 9 - Quiz
Iets wordt in beslag genomen of gehouden met als doel het verzamelen van bewijs. Van welke vatbaarheid voor in beslagneming (doel) is hier sprake?
A
Het goed kan de waarheid aan het licht brengen.
B
Het goed kan worden onttrokken aan het verkeer.
C
Het goed kan wederrechtelijk verkregen voordeel aantonen.
D
Het goed komt in aanmerking om verbeurd verklaard te worden.
Slide 10 - Quiz
Iets wordt in beslag genomen of gehouden met als doel het eigendom door een rechter over te dragen aan de overheid. Van welke vatbaarheid voor in beslagneming (doel) is hier sprake?
A
Het goed kan de waarheid aan het licht brengen.
B
Het goed kan worden onttrokken aan het verkeer.
C
Het goed kan wederrechtelijk verkregen voordeel aantonen.
D
Het goed komt in aanmerking om verbeurd verklaard te worden.
Slide 11 - Quiz
Het vorderen van uitlevering van een voor in beslagneming vatbaar voorwerp kan door de bevoegde opsporingsambtenaar bij iedereen gedaan worden. Zij zijn dan ook verplicht dit voorwerp aan deze opsporingsambtenaar uit te leveren.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 12 - Quiz
Wie is bevoegd tot het doorzoeken van een woning ter inbeslagneming?
A
Alleen de (H)OvJ.
B
De bevoegde opsporingsambtenaar.
C
De bevoegde opsporingsambtenaar op machtiging van de OvJ
Slide 13 - Quiz
Wie is bevoegd tot het doorzoeken van vervoermiddel ter inbeslagneming?
A
Alleen de (H)OvJ.
B
De bevoegde opsporingsambtenaar.
C
De bevoegde opsporingsambtenaar op machtiging van de OvJ
Slide 14 - Quiz
Kan een doorzoeking ter aanhouding buiten heterdaad plaatsvinden?
A
Ja, dat kan.
B
Ja, als er een verdenking van een misdrijf is met een maximale straf van 4 jaar of hoger