What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
taalles woordenschat
Woordenschat
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordenschat
Slide 1 - Slide
Wat is de betekenis van platina?
A
duur metaal
B
zwaar metaal
C
licht metaal
D
zacht metaal
Slide 2 - Quiz
Wat is de betekenis van welgeteld
A
geordend tellen
B
slordig tellen
C
ogen dicht tellen
D
precies tellen
Slide 3 - Quiz
Wat is de betekenis van de orkaan
Slide 4 - Open question
Wat hoort bij gebiologeerd
A
inspannend naar dieren kijken
B
je let niet op de omgeving om je heen
C
geboeid kijken
D
je bent ontspannen aan het kijken.
Slide 5 - Quiz
Wat is een synoniem?
Slide 6 - Open question
Wat betekent continu
A
gezoem van muggen
B
af en toe
C
de hele tijd
D
niet te voorspellen
Slide 7 - Quiz
Maak een zin met: doorslaggevend?
Slide 8 - Open question
Wat betekent epicentrum
A
de plaats waar de aardbeving stopt
B
een centrum waar je heen kan.
C
de plek waar geen aardbeving voorkomt
D
de plaats waar de aardbeving begint
Slide 9 - Quiz
Wat is instinctief; noem een voorbeeld.
Slide 10 - Open question
Wat is het synoniem: het onraad?
A
dreiging
B
gevaarlijk
C
gevoel
D
gevaar
Slide 11 - Quiz
Wat is een aardverschuiving
A
grote vloedgolf met water
B
verdwijnen van een stuk aarde
C
door bosbrand verwoesting van aarde
D
vulkaanuitbarsting
Slide 12 - Quiz
Renoveren is
A
slopen/vervangen
B
iets helemaal opnieuw bouwen
C
instorten
D
herstellen/vernieuwen
Slide 13 - Quiz
Wat doet een geoloog?
A
doet onderzoek naar vulkaanuitbarstingen
B
doet onderzoek naar aardbevingen
C
onderzoekt de bodem, aardkorst
D
doet onderzoek naar aardverschuivingen
Slide 14 - Quiz
verklaren
A
vertellen
B
uitleggen
C
besluiten
D
overleggen
Slide 15 - Quiz
wat hoort er bij een lage drukgebied?
A
zon, warm, droog
B
sneeuw, koud, ijzel
C
regen, koud, wind
D
tropische temperaturen
Slide 16 - Quiz
Wat is een moeilijk woord een 'iets zeggen'?
A
Beschuldigen
B
Doven
C
Onderzoeken
D
Vermelden
Slide 17 - Quiz
Moeilijke woorden:
Wat betekent 'negeren'
A
niet kijken
B
iets erg graag eten
C
doen alsof het niet bestaat
D
spijbelen
Slide 18 - Quiz
moeilijke woorden
iets wat waar is
A
bestaat uit
B
een feit
C
stemt toe
D
aanduiden
Slide 19 - Quiz
Moeilijke woorden: au of ou?
A
nauwkeurig
B
nouwkeurig
Slide 20 - Quiz
Ik ben tevreden over het aantal woorden die ik weet.
Slide 21 - Poll
Bedankt!!!
Bedankt voor het
meedoen!!!
Slide 22 - Slide
More lessons like this
taalles woordenschat
January 2021
- Lesson with
20 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Woordenschat hfst 2. Quiz
March 2018
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 1
TH1: woordenschat H1: synoniem
September 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Taal rampen woordenschat
March 2023
- Lesson with
11 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
woordenschat
June 2022
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
KT1: woordenschat H1: synoniem
November 2019
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 1
Taal thema 5 les 1 a+b
February 2023
- Lesson with
24 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
NE 1B - WS H1-3 (les 7)
December 2019
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1