Les 10, grammaire D & H herhalen + phrases-clés G (20-03) H1A

Dagopening 'eenzame jongeren'
- Dagopening
1. Lezen
2. Video
3. Vraag
1 / 35
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Dagopening 'eenzame jongeren'
- Dagopening
1. Lezen
2. Video
3. Vraag

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Dagopening 'eenzame jongeren'
- Kun jij je voorstellen dat het moeilijk is om vrienden te maken of vrienden te houden?
- Is het een taak van de school om te zorgen dat leerlingen zich niet eenzaam voelen? Leg je antwoord uit.

Slide 3 - Slide

Bonjour les élèves!
Pak je werkboek, etui en aantekeningenschrift.

Bestudeer de stencils die op je tafel liggen (deze stencils kun je gebruiken tijdens het leren voor het proefwerk)

Aujourd'hui c'est mardi!

Slide 4 - Slide

Bestudeer 
Wat? Je ontvangt een samenvatting van grammaire D & H. In stilte bestudeer je dit stencil en beantwoord je de vragen

Noteer je naam op het stencil en bewaar dit. Gebruik dit tijdens het leren!!

timer
4:00

Slide 5 - Slide

Le programme:
- Grammatica herhalen
- Phrases-clés G
- SO bespreken

Slide 6 - Slide

Denk je aan het maken en inleveren van de vlog? 

Max. dinsdag 26 maart inleveren

Slide 7 - Slide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les begrijp je het werkwoord être en kun je dit toepassen in een opdracht
- Aan het einde van de les heb je het bezittelijk voornaamwoord herhaald
- Aan het einde van de les weet je hoe de zinnen op het proefwerk worden getoetst

Slide 8 - Slide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 9 - Slide

Grammatica D & H herhalen
Grammaire D = het werkwoord être
Grammaire H = het bezittelijk voornaamwoord

Slide 10 - Slide

Klassikaal oefenen --> quiz
Koppel je laptop met de LessonUp

Houd het stencil die je aan het begin van de les hebt ontvangen, bij je als hulpmiddel!

Slide 11 - Slide

Je suis
A
Ik heb
B
Ik ben
C
Jij bent
D
Jij hebt

Slide 12 - Quiz

Tu es
A
Ik heb
B
Ik ben
C
Jij bent
D
Jij hebt

Slide 13 - Quiz

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 14 - Drag question

Jip et Anna (zijn) _____ sympa.
A
est
B
sont
C
ont
D
es

Slide 15 - Quiz

Nous _________ hollandais (être)
A
suis
B
est
C
êtes
D
sommes

Slide 16 - Quiz

De volgende oefening is precies hetzelfde als op de toets!

Slide 17 - Slide

Elle ________ française? (être)

Slide 18 - Open question

Ils _______ à Paris. (être)

Slide 19 - Open question

Tu _______ à la maison? (être)

Slide 20 - Open question

Hoe goed ken je het werkwoord être?
A
Heel goed. Het zit al helemaal in mijn hoofd.
B
Gaat goed. Nog een paar keer oefenen en dan ken ik het.
C
Ik snap het wel, maar moet nog wel goed oefenen.
D
Ik vind het erg lastig. Ik snap het nog niet helemaal.

Slide 21 - Quiz

Questions?
Zijn er vragen over het werkwoord être?

Slide 22 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 23 - Slide

In het Frans zegt een bezittelijk voornaamwoord iets over...
A
het bezit van iemand
B
het werkwoord
C
het zelfstandig naamwoord
D
het lidwoord

Slide 24 - Quiz



Sleep het juiste bezittelijk voornaamwoord naar het juiste zelfstandig naamwoord.


Je kunt achterhalen / zien welk woord meervoud, enkelvoud, mannelijk, vrouwelijk is!!

livres
frère
chambre
mon
mes 
ma

Slide 25 - Drag question

Kies het juiste antwoord:
J'habite avec ... parents (mv.).
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 26 - Quiz

Vrouwelijk woord met klinker? --> mannelijke vorm gebruiken!!
l'étoile (ster) --> mon étoile
l'orange (sinaasappel) --> mon orange

Slide 27 - Slide

Kies het juiste antwoord:
Tu connais ... amie (v. ev.) Lisa ?
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 28 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
J'adore ... chiens (mv.) .
A
son
B
sa
C
ses

Slide 29 - Quiz

Vragen over de grammatica van Ch. 3?

Slide 30 - Slide

Phrases-clés op het PW:
Je moet antwoord gaan geven op de Franse vragen. De Franse vragen staan in de phrases-clés en de antwoorden ook.

Voorbeeld: 'Il est sévère?' en dan geef jij hier antwoord op --> Non, il est sympa / Oui, il est sévère.
Let bij het antwoord geven op dat je soms het onderwerp moet veranderen. Tu aimes les maths? Non, je n'aime pas les maths.

Slide 31 - Slide

Oefenen... Schrijf de antwoorden in je schrift:
Tu aimes l'histoire?
Oui, j'........... / Non, j' .........

Qui est ton prof de biologie?
Mon prof..

Slide 32 - Slide

SO bespreken:
Wat? Klassikaal bespreken we het SO van hoofdstuk 3.
Na het bespreken ga je online een analyse invullen, zodat je weet waar nog mee bezig moet voor het proefwerk van volgende week. Je houdt het SO bij het invullen van de analyse.

Vragen of onduidelijkheden? Kom na het bespreken naar mijn bureau.

Slide 33 - Slide

Analyse SO:
Wat? Op Magister > Opdrachten staat 'Analyse toets Frans Ch.3'. Hierin vind je een document die je gaat invullen en gaat inleveren. Dit vul je serieus en in stilte in!
Datum? Uiterlijk vandaag vul je het formulier in en lever je het in (in de les of thuis)
De punten op de nagekeken toets zijn de fouten! Dus niet de behaalde punten

Slide 34 - Slide

Huiswerk:
- Leren voor het PW
- Vandaag inleveren: analyse SO
Vergeet niet om de vlog uiterlijk dinsdag 26 maart in te leveren!

Slide 35 - Slide