Beter lezen les 8

Beter lezen 9
1 / 40
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Beter lezen 9

Slide 1 - Slide

de mug

Slide 2 - Slide

de steek / steken

Slide 3 - Slide

Wij lezen het verhaal

Slide 4 - Slide

1. lezen

2. vertalen

3. onderstreep 

4. lezen

5. vragen maken

Slide 5 - Slide

1. lezen

2. vertalen

3. onderstreep 

4. lezen

5. vragen maken
timer
4:00

Slide 6 - Slide

1. lezen

2. vertalen

3. onderstreep 

4. lezen

5. vragen maken

Slide 7 - Slide

onderstreep:
namen 

mensen 
dieren
dingen  


Slide 8 - Slide

kleur:

de werkwoorden


Slide 9 - Slide

1. lezen

2. vertalen

3. onderstreep 

4. duo lezen

5. vragen maken
timer
5:00

Slide 10 - Slide

1. lezen

2. vertalen

3. onderstreep 

4. duo lezen

5. vragen maken 
timer
1:00

Slide 11 - Slide

Kies het goede woord!

Slide 12 - Slide

wat is goed?
A
de bus
B
zij gaapt
C
zij slaapt
D
de arm

Slide 13 - Quiz

wat is goed?
A
de bus
B
zij gaapt
C
zij slaapt
D
de arm

Slide 14 - Quiz

wat is goed?
A
zij slaapt
B
zij gaapt
C
de bus
D
de arm

Slide 15 - Quiz

wat is goed?
A
zij slaapt
B
de arm
C
de bus
D
zij gaapt

Slide 16 - Quiz

Wat is goed?

Slide 17 - Slide

zij slaapt
zij gaapt
de bus
de arm

Slide 18 - Drag question

zij slaapt
zij gaapt
de bus
de arm

Slide 19 - Drag question

zij slaapt
zij gaapt
de bus
de arm

Slide 20 - Drag question

zij slaapt
zij gaapt
de bus
de arm

Slide 21 - Drag question

We lezen het verhaal!

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Lees goed.
Kies het goede woord.
Typ het woord!

Slide 27 - Slide

Leila zit in de
auto/ bus/ tuin.

Slide 28 - Mind map

Het is warm in de bus.
Leila is
ziek/ moe/ blij.

Slide 29 - Mind map

Zij
rijdt/ lacht/ gaapt.

Slide 30 - Mind map

De bus stopt in de
straat/ tuin/ stad
van Leila .

Slide 31 - Mind map

Zij drinkt/ praat/ slaapt.
Zij droomt over Somalië.

Slide 32 - Mind map

Leila leest/ stapt/ werkt niet uit.

Slide 33 - Mind map

Dan pakt een man haar
arm/ been/ tas.

Slide 34 - Mind map

Leila is nu
blij/ beter/ wakker.

Slide 35 - Mind map

Zij kijkt.
De bus is
leeg/ vol/ weg.

Slide 36 - Mind map

Alle mensen zijn weg.
Waar is zij?
Leila ziet/ hoort/ weet het niet.

Slide 37 - Mind map

Wij vertellen het verhaal.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video