This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Welkom!
Slide 1 - Slide
Toets uitdelen/bespreken
Slide 2 - Slide
Planning vandaag
Introductie Hoofdstuk 4
Leerdoelen 4.1 - Hoe maak je dat?
Korte uitleg
Samenvattende vragen 4.1
Korte quiz LessonUp
Rest van de opdrachten 4.1
Slide 3 - Slide
Hoofdstuk 4
Goed gemaakt?
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Leerdoelen 4.1 Hoe maak je dat?
Je weet wat produceren is.
Je weet hoe bedrijven in de bedrijfskolom zorgen voor toegevoegde waarde.
Je weet wat productiekosten zijn.
Je kunt berekeningen maken met de kostprijs per product.
Je weet welke productiesectoren er zijn.
Slide 6 - Slide
Productie
Maken van goederen & het leveren van diensten
Productie van goederen gebeurt in productiefasen.
Alle productiefasen samen vormen een productieketen.
Slide 7 - Slide
Productieketen
Slide 8 - Slide
Bedrijfskolom
Alle bedrijven die meewerken aan een product.
Toegevoegde waarde = hoeveel een product meer waard wordt nadat een bedrijf het product bewerkt.
Slide 9 - Slide
Samenvattende vragen 4.1
Maak de samenvattende vragen van 4.1
Klaar? Ga naar Blz. 98 in je boek en maak opdrachten:
timer
10:00
Slide 10 - Slide
Kostprijs per product
Kostprijs per product = alle productiekosten : aantal producten
Slide 11 - Slide
Vraag!
Een fabriek heeft 250.000 chocoladerepen gemaakt. De totale productiekosten bedragen € 120.000.
Wat is de kostprijs per product?
Slide 12 - Slide
Pak je laptop erbij!
Slide 13 - Slide
Zowel het maken van goederen als het leveren van diensten zijn vormen van productie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Aan het eind van de bedrijfskolom is een product meer waard dan in het begin van de bedrijfskolom.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
Door elke bewerking wordt een product meer waard, dat noem je...
Slide 16 - Open question
Wat is géén voorbeeld van een productiesector?
A
Agrarische bedrijven
B
Scholengemeenschappen
C
Industriële bedrijven
D
Agrarische bedrijven
Slide 17 - Quiz
Max heeft 19 tafels gemaakt. de productiekosten waren €4.465. Wat is de kostprijs per tafel?
Slide 18 - Open question
De verkoopprijs van een tablet is €300. Deze prijs is als volgt opgebouwd: grondstoffen €100, arbeidskosten €48, overige productiekosten €30. Hoeveel procent (één decimaal) van de verkoopprijs bestaat uit productiekosten?
Slide 19 - Open question
De productiekosten van Bakker Bart bedragen €2.160. De kostprijs per brood is €0,40. Hoeveel broden heeft Bakker Bart verkocht?