Bas 1 Genotype en Fenotype

Erfelijkheid en evolutie
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Slide

Wat is erfelijkheid?
Dat je op ouders / familie lijkt
Dat je misschien hetzelfde karakter hebt
Ofwel: je krijgt eigenschappen mee vanuit je ouders


Slide 2 - Slide

Basisstof 1, genotype en fenotype

- Alle eigenschappen (te zien in uiterlijk) van een organisme noemen we: fenotype

- De informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme noemen we: genotype






Slide 3 - Slide

Genotype en fenotype
Het fenotype bestaat uit duizenden eigenschappen: haarkleur, ogenkleur, aanleg voor lengte en bloeddruk.
De informatie van het fenotype ligt in de celkern.
Elke lichaamscel heeft een celkern met die informatie.


In één celkern ligt alle informatie voor al je erfelijke eigenschappen. Dat noemen we genotype.


Slide 4 - Slide

Waar vind je die informatie?
- Lichaam opgebouwd uit cellen (lichaamscellen)
- Elke celkern bevat 46 chromosomen
- Chromosomen zijn lange dunne draden met de stof DNA
- DNA bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen.
- Voor één eigenschap zijn enkele stukjes DNA nodig. 
- Een gen bestaat uit de stukjes DNA die samen één eigenschap vormen

Slide 5 - Slide

Informatie doorgeven: celdeling
Cellen splitsen zich tot nieuwe cellen 
Daarbij worden chromosomen gekopieerd 

Elke dochtercel krijgt dezelfde informatie als moedercel. 

Slide 6 - Slide

Celdeling

Celdeling

Slide 7 - Slide

Veranderen van fenotype
Fenotype kun je veranderen (haarkleur)

Genotype niet ('zwarte haarkleur van jezelf? Is zo bepaald)

Slide 8 - Slide

Wat is een fenotype
A
Alle erfelijke eigenschappen van een organisme
B
Informatie voor alle erfelijke eigenschappen

Slide 9 - Quiz

Wat is het genotype?
A
Alle erfelijke eigenschappen van een organisme
B
De erfelijke informatie van een organisme

Slide 10 - Quiz

Waar bestaan chromosomen uit?
A
Celplasma
B
DNA

Slide 11 - Quiz

Hoeveel chromosomen hebben mensen in celkern?
A
22
B
23
C
44
D
46

Slide 12 - Quiz

Nu samen
opdracht 4 op bladzijde 108

Slide 13 - Slide

Opdrachten/huiswerk
Lees in je boek bladzijde 104 t/m 106
Maak opdracht 1 t/m 3 en 5 t/m 8

Slide 14 - Slide