1A - donderdag 18-1 (grammatica)

Welkom!
 Telefoons in de tas, laptop dicht op tafel.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
 Telefoons in de tas, laptop dicht op tafel.

Slide 1 - Slide

Planning:
  1. Lesdoel
  2. Uitleg
  3. Aan de slag!
  4. Huiswerk & Taalvout

Slide 2 - Slide

Komende lessen
  • Les 1: Grammatica: woordsoorten: Zelfstandig naamwoord, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord
  • Les 2: Grammatica: woordsoorten: hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord
  • Les 3: Grammatica: zinsontleding: persoonsvorm, zinsdelen, onderwerp 
  • Les 4: Grammatica: zinsontleding: gezegde
  • Les 5: Grammatica: gezegde + lijdend voorwerp
  • Les 6: Grammatica: voorzetselvoorwerp
  • Les 7: Grammatica: bijwoordelijke bepaling
  • Les 8: Opfriscursus werkwoordspelling
  • Les 9: Vragenuur Spelling
  • Les 10: Voorbereiden toets
Donderdag 1 februari: toets Grammatica & Spelling


Slide 3 - Slide

Lesdoel:
Na deze les:

  • Heb je extra geoefend met zinsdelen.
  • Weet je wat het gezegde is.

Slide 4 - Slide

Wat is belangrijk bij het opdelen van een zin in zinsdelen?

Slide 5 - Open question

Eerst de PV -> dan de zin in zinsdelen verdelen
  • Een zinsdeel / kan / één woord of meerdere woorden/ zijn .
  • Ieder 'stukje' van de zin dat je voor de persoonsvorm kunt plaatsen is een apart zinsdeel.
  • Alles dat voor de persoonsvorm staat is dus automatisch één zinsdeel.
  • Elk zinsdeel geeft een stukje informatie over de zin. Je kunt er vaak een vraag bij stellen.


Dit weekend gaan we naar de efteling.

Slide 6 - Slide

GEZEGDE
Er zijn twee soorten gezegdes.
Het werkwoordelijk gezegde en het naamwoordelijk gezegde.

Vandaag behandelen we het werkwoordelijk gezegde.

Slide 7 - Slide

Wat is in deze zin het werkwoordelijk gezegde?

Stef lijkt aardig goed te kunnen voetballen.

Slide 8 - Open question

Wat is in deze zin het werkwoordelijk gezegde?

Niels besluit een wedstrijd van PSV te gaan kijken.

Slide 9 - Open question

Wat is in deze zin het werkwoordelijk gezegde?

Frieda neemt het altijd voor haar vriendinnen op.

Slide 10 - Open question

Wat is in deze zin het werkwoordelijk gezegde?

Tobias en Jelle zijn fanatiek aan het gamen.

Slide 11 - Open question

Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin

Let op:
- Soms is een werkwoord opgesplitst:
Hij | voert | vandaag | actie. (actievoeren)

- Als 'te' voor een werkwoord staat, hoort het er ook bij:
Hij | verwacht | meer zakgeld | te krijgen.

- Als er 'aan het' voor een werkwoord staat, hoort het er ook bij:
Zij| zijn | fanatiek | aan het tennissen.
Hij is het voetballen niet verleerd.
Let op: voetballen is hier geen werkwoord!

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
  • Maak de opdrachten op het oefenblad.
  • Ga naar PLOT
  • Ga naar Grammatica 2 -> les 1
  • Maak de opdrachten 7 t/m 9 (werkwoordelijk gezegde)


Klaar? Oefenen in spellingapp of app werkwoordspellen!

Slide 13 - Slide

Huiswerk & TaalVout
  • Maak de opdrachten op het oefenblad t/m zin 5.
  • Ga naar PLOT
  • Ga naar Grammatica 2 -> les 1
  • Maak de opdrachten 7 t/m 9 (werkwoordelijk gezegde)

  • Zelfstandig oefenen Spellingapp + app werkwoordspellen




Slide 14 - Slide