H2.1 Ongeslachtelijke voortplanting

H2.1 Ongeslachtelijke voortplanting
2.1.1 Je kunt beschrijven op welke manieren er door ongeslachtelijke voortplanting nakomelingen ontstaan die genetisch identiek zijn aan de ouder.
2.1.2 Je kunt het verloop van de celcyclus beschrijven en de verschillende fasen benoemen.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

H2.1 Ongeslachtelijke voortplanting
2.1.1 Je kunt beschrijven op welke manieren er door ongeslachtelijke voortplanting nakomelingen ontstaan die genetisch identiek zijn aan de ouder.
2.1.2 Je kunt het verloop van de celcyclus beschrijven en de verschillende fasen benoemen.

Slide 1 - Slide

Voortplanting
Genetisch materiaal doorgeven

Kan seksueel (geslachtelijk), maar gebeurt vaak zat niet seksueel(ongeslachtelijk

Slide 2 - Slide

Ongeslachtelijk:
  • Het organisme groeit een deel van zichzelf. 
  • Dit deel splitst zich af. 
  • Genetisch gezien is dit individu gelijk aan de ouder.
  • Dit is een kloon.
  • Vooral door eencelligen (bacteriën en schimmels maar ook eencellige diertjes)
Geslachtelijk:
  • Het organisme laat een zaadcel en een eicel samenkomen.
  • Het DNA van het kind is een mengeling van de ouders.
  • Het kind is genetisch uniek. 
  • Vooral door meercelligen (schimmels, planten en dieren)

Slide 3 - Slide

Geslachtelijk
Ongeslachtelijk

Slide 4 - Drag question

Celdeling
Waarvoor:
  • Ongeslachtelijke voortplanting
  • Groei van organismen
  • Vervanging van oude of beschadigde cellen (bijvoorbeeld bij verwondingen)

Waarmee
  • De cel heeft genetisch materiaal (DNA)
  • DNA wordt gekopieerd.
  • Na deling hebben dochtercellen een complete set DNA

En nog zo veel meer...

Slide 5 - Slide

  • Eencellige organismen planten zich voort door celdeling.
  • Een moedercel deelt zich in twee dochtercellen.
  • De dochtercellen zijn genetisch identiek aan de moedercel.
  • Beide dochtercellen groeien uit tot zelfstandige organismen.

Eencellig
Het lichaam van dit dier bestaat uit 1 cel

Slide 6 - Slide

Wat is een nadeel aan geslachtelijke voortplanting (opdr 6)

Slide 7 - Open question

Mitose (gewone celdeling)
Interfase:
  • G1: niks aan de hand - fase
  • S: voorbereidend op celdeling (DNA replicatie)
  • G2: membranen en organellen worden gekopieerd

M: 
  • celdeling

Slide 8 - Slide

DNA
S-fase (synthesefase): 
  • DNA wordt gekopieerd, waarbij het nieuwe DNA tijdelijk vastzit aan het oorspronkelijke DNA
  • Zolang het DNA aan elkaar vastzit, heet het chromatiden
  • Na de S-fase bestaat elk chromosoom uit twee chromatiden

Spiralisatie
  • chromosomen worden korter en zichtbaar met een microscoop

Slide 9 - Slide

Mitose
  • Het kernmembraan verdwijnt
  • Draden vormen zich aan beide kanten van de cel en vormen een koepel om de chromosomen
  • De draden hechten aan chromatiden op de plaats waar de twee chromatiden aan elkaar vastzitten
  • Draden worden korter, chromatiden bewegen naar tegenovergestelde kanten van de cel
  • Na scheiding worden de afzonderlijke moleculen chromosomen genoemd
  • Laatste fase:
  • Er vormt zich een nieuw kernmembraan rond de chromosomen aan beide zijden, en twee nieuwe kernen ontstaan
  • De cel snoert zich tussen de twee kernen in, en er ontstaan twee nieuwe cellen






Slide 10 - Slide

En nu
  • Wat: H2.1, opdr 1 t/m 10
  • Hoe: Papier, lijntjespapier voor de grafiek
  • Met wie: klasgenoot
  • Hulp: klasgenoot en Nijhof
  • Tijd: resterend deel van de les
  • Klaar: Al nagekeken?

Slide 11 - Slide