tips en trucs voor eindexamen

Leesvaardigheid
Tips en trucs voor het maken van een examentekst
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leesvaardigheid
Tips en trucs voor het maken van een examentekst

Slide 1 - Slide

Antwoorden tekst argumenteren
17. De kern van een goed antwoord is:
• Volgens Van Saarloos is er sprake van een inhaalslag bij vrouwen 1
• Volgens Van Creveld is vrouwenemancipatie overbodig, want vrouwen worden (altijd al) voorgetrokken 1
Maximumlengte van het antwoord: 35 wo

Slide 2 - Slide

18. In werkelijkheid zijn het de mannen die het meeste werk in het leven doen, moeilijkheden verdragen en als gevolg daarvan sterven.” (tekst 1, regels 131-135)
ook goed: “Niet toevallig is hun levensverwachting vandaag de dag in 194 van de 194 landen lager dan die van vrouwen.” 

Slide 3 - Slide

19. D
20. argument 4 en 6 (beide antwoorden 1 punt)

Slide 4 - Slide

vraag 21
Argument 1 (Van Creveld): Elk ziekenhuis heeft wel een
afdeling voor vrouwenziektes (zoals borstkanker), maar niet
voor mannenziektes (zoals prostaatkanker).
Weerlegging (Van Saarloos): Elke ‘neutrale’ afdeling in het
ziekenhuis is een mannenafdeling.

Slide 5 - Slide

Onderbouwing (Van Saarloos): Bij veel onderzoek zijn mannen de norm.
Argument 2 (Van Creveld): In ontwikkelde landen worden
twee van iedere drie dollars in de medische zorg aan vrouwen
besteed. of De financiering van medisch onderzoek is onevenwichtig.

Slide 6 - Slide

vraag 22

Slide 7 - Slide

Tip 1 
Heel veel oefenen. 

Examens afgelopen 5 jaar. 
Geen mobiel!

Slide 8 - Slide

Tekstverklaren
  1. Hoofdgedachte 
  2. Meerkeuzevragen 
  3. Tekstverbanden 
  4. Open vragen  
  5. Argumentatie 
  6. Mening en doel v/d schrijver
Samenvatten
  1. Spellen
  2. Samenvattingsvraag

Slide 9 - Slide

Tekstverklaren
  1. Hoofdgedachte 
  2. Meerkeuzevragen 
  3. Tekstverbanden 
  4. Open vragen  
  5. Argumentatie 
  6. Mening en doel v/d schrijver
Samenvatten
  1. Spellen
  2. Samenvattingsvraag

Slide 10 - Slide

Tip 2: lees in drie rondes
  1. Oriënterend.
    Titel, tussenkopjes, schrijver, medium, eerste en laatste alinea.
    Waar gaat de tekst over? 
  2. Intensief
    Lees eerst de vragen door. Streep per alinea de belangrijkste zin aan + signaalwoorden. 
  3. Vragen beantwoorden.
    Lees goed. 

Slide 11 - Slide

Tip 4: lees de vraag zorgvuldig
  • Snap je de vraagstelling niet? Zoek dan de moeilijke woorden op. 
  • Check na het opschrijven van je antwoord of je ook écht antwoord op de vraag hebt gegeven.  
  • Herhaal de vraag in je antwoord (antwoordstarter) 
  • Beantwoord alle vragen (zeker de meerkeuze!) 

Slide 12 - Slide

Tip 3: tekstonafhankelijke vragen
  1. Tekst indelen (welk tussenkopje hoort bij welke alinea)
  2. Functies van tekstgedeeltes bepalen (wat is functie van alinea x tov alinea Y)
  3. Woorden of zinnen uit de tekst citeren. (Citeer uit de tekst de zin die...) 
  4. Iets met eigen woorden zeggen. 
  5. Hoofdgedachte van een tekstgedeelte bepalen
  6. Argumentatieve vragen (standpunt, argumenten, redenering, drogredene)
  7. Hoofdgedachte van de hele tekst 
  8. Schrijfdoel of tekstsoort vaststellen 

Slide 13 - Slide

Tip 5: Meerkeuzevragen
  1. Staan op alfabetische volgorde
  2. Emotiewoorden: 'helemaal niet', 'zeer goed', 'allemaal'
  3. Moet hélemaal juist zijn, niet gedeeltelijk
  4. Eerste ingeving is vaak de juiste
  5. Bij extreme twijfel: kies het langste antwoord 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Aan welke tips heb jij nu iets gehad?

Slide 16 - Open question