voorbereiding van pw

Voorbereiding van de toets
woordenlijst, getallen t/m 100, ontkenning (ne … pas)
bijvoeglijk naamwoord, bezittelijk voornaamwoord
zinnen van hoofdstuk 4, Avoir & être
ww op -er
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voorbereiding van de toets
woordenlijst, getallen t/m 100, ontkenning (ne … pas)
bijvoeglijk naamwoord, bezittelijk voornaamwoord
zinnen van hoofdstuk 4, Avoir & être
ww op -er

Slide 1 - Slide

AVOIR
ETRE
Je suis
Nous avons
Nous sommes
Ils sont
Elles ont
Tu es
On a

Slide 2 - Drag question

etre
=
 zijn




Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
es
sont
est
êtes
sommes
suis

Slide 3 - Drag question

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
avoir (hebben)
Combineer de juiste vorm van avoir met het goede persoonlijk voornaamwoord
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 4 - Drag question

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?
A
haar, zijn
B
zij, hij
C
mijn, jouw
D
jullie, onze

Slide 5 - Quiz

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
A
Mon
B
?
C
Le
D
Il

Slide 6 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) oncle
A
leur
B
tes
C
son
D
ses

Slide 7 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 8 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) oncle
A
sa
B
tes
C
son
D
ses

Slide 9 - Quiz

! Bezittelijk voornaamwoord !
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie

Slide 10 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 11 - Quiz

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 12 - Open question

Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands

Slide 13 - Drag question

Schuif de woorden in de juiste volgorde
   

  GRAMMAIRE    Het bijvoeglijk naamwoord
J'habite dans une ............................ maison
Il y a de .................... chambres.
Nous avons aussi un ....................jardin
Mon animal .....................  c'est Sammie.
Sammie a les cheveux .................... 
Ma mère est  ...........................
Kies het correcte bijvoeglijke naamwoord. Let op bij de onregelmatige vormen.
belles
beaux
vieux
beau
vieille
vieilles
brunes
bruns
brune
hollandais
hollandaise
préférée
préféré
préférés
grand
grande
grands

Slide 14 - Drag question

Combinez les chiffres
trente-trois
dix
quarante-quatre
soixante-six
trente-quatre
cinquante et un
cinquante-huit
huit
soixante-dix
vingt et un
34
70
21
58
44
66
33
8
51
10

Slide 15 - Drag question


Maak de volgende zin ontkennend.

On travaille bien.

Slide 16 - Open question


Maak de zin ontkennend:
Charles a un chat.

Slide 17 - Open question


Maak de zin ontkennend:
Je parle anglais

Slide 18 - Open question


Maak de zin ontkennend:
C'est ma famille.

Slide 19 - Open question

Petite pause

Slide 20 - Slide

Oefenen met de woordenlijst
https://quizlet.com/_cr1au7

Slide 21 - Slide