Economie 6.1 3K

• Economie
• MBO
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3
• Studiejaar 1

Iedereen die de vervangende opdracht niet heeft gemaakt

Dubbel nakomen

Simon

Chris

Sophie

Economie

Meneer Temmink

Vandaag

Productie en markt

Produceren maar!

Volgende week

Saxion docent incl. afdelingsdirecteur

Meneer Bolks

Wat gaan we vandaag doen?

• Quiz om te zien of jullie het hebben begrepen
• Nakijken al het werk
• Rekenopdrachten bespreken H5
• Oefentoets nabespreken

Lesdoelen

Aan het einde van de les weet je;

• Wat de vier productiefactoren zijn
• Wat de beloning voor productiefactoren te maken heeft met toegevoegde waarde
• Wat een bedrijfskolom is
• Wat het verschil is tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren
• Wat afschrijving is en hoe je die berekent

Iemand die met zijn eigen bedrijf zijn inkomen verdient is een …(1)… (zelfstandige / werknemer). Een …(2)… (eenmanszaak / zzp’er) heeft geen personeel in dienst.

1. Zelfstandige / eenmanszaak
2. Zelfstandige / ZZP'er
3. Werknemer / eenmanszaak
4. Werknemer / ZZP'er

Welk woord is het ezelsbruggetje voor de productiefactoren?

1. BOOT
2. TAFEL
3. KANO
4. SMART

Voor welk woord staat de letter K?

1. Klasse
2. Kapitaal
3. Kracht
4. Korfbal

Wat is geen voorbeeld van kapitaal?

1. Machines
2. Gebouwen
3. Voertuigen
4. Winst

Wat hoorde nog meer bij ondernemerschap? Behalve winst?

1. Risico
2. Hulpmiddelen
3. Productie
4. Pacht

Loon, pacht, rente, huur en winst =

1. Ondernemerschap
2. Productiefactoren
3. Toegevoegde waarde
4. Bedrijfskolom

Toegevoegde waarde is ook wel

1. Omzet
2. Winst
3. De verkoopprijs
4. Het verschil tussen inkoop en verkoop

Hoeveel waarde voegt de scooterfabriek toe?

1. 115
2. 785 - 115 = 670
3. 785
4. 1.290

Welk bedrijf is arbeidsintensief?

1. Verzorgingshuis
2. Autofabriek
3. Containerfabriek
4. Chemiebedrijf

Wat is geen reden om in nieuwe kapitaalgoederen te investeren?

1. Meer arbeidsintensief te produceren
2. Uitbreiden van het bedrijf
3. Oude machines moeten vervangen worden
4. Productie met nieuwe machines is sneller

Wat betekent afschrijving?

1. Restwaarde
2. Aanschafkosten
3. Waardevermindering
4. Gebruiksduur

3 punten vraag! 

Reken uit!

Om pakketten te bezorgen koop je een bestelbus van € 17.800. De bus ga je vijf jaar gebruiken. Bij inruil kun je nog € 3.500 voor de bestelbus terugkrijgen.

De bestelbus daalt in totaal € 17.800 – € 3.500 = € 14.300 in waarde.

De afschrijving per jaar is € 14.300 ÷ 5 = € 2.860

Hoeveel is de bestelbus waard na 1 jaar?

Enquête

Link staat in  Magister

Einde

Oefentoets nabespreken

Huiswerk controleren

Rekensommen bespreken