What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2024_10_25 TV 1.1. Ww
Vorige les
1.5 lezen, luisteren en kijken
Feit, mening en argument
Programma
Uitleg taalverzorging
1.1 Werkwoorden pagina 270
-uitleg van de theorie
-zelf de theorie lezen op pagina 270
-oefeningen maken
Log in via lessonup.app
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Economie
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vorige les
1.5 lezen, luisteren en kijken
Feit, mening en argument
Programma
Uitleg taalverzorging
1.1 Werkwoorden pagina 270
-uitleg van de theorie
-zelf de theorie lezen op pagina 270
-oefeningen maken
Log in via lessonup.app
Slide 1 - Slide
1.1
Werkwoorden. De persoonsvorm van het werkwoord.
Elk werkwoord heeft verschillende
vormen
.
functie
infinitief
(woordenboek)
hebben
drinken
koken
aaien
persoonsvorm
ik
heb
drink
kook
aai
persoonsvorm
jij
hebt
drinkt
kookt
aait
persoonsvorm (mv)
wij
hebben
drinken
koken
aaien
pv verleden tijd (ev)
ik
had
dronk
kookte
aaide
pv verleden tijd (mv)
wij
hadden
dronken
kookten
aaiden
voltooid deelwoord
gehad
gedronken
gekookt
geaaid
ev enkelvoud
mv meervoud
Slide 2 - Slide
Spelling 1.1
Werkwoorden
-Het
werkwoord
vertelt wat iemand doet of voelt of meemaakt.
bijv. werken, slapen, noteren, opletten, verzorgen, ontvangen
-Er zijn ook werkwoorden met een onduidelijke betekenis.
bijv. lukken, willen, zijn, hebben, missen, veranderen, mogen
Slide 3 - Slide
Wat is het werkwoord in de volgende zin?
Zij rijdt in haar rolstoel naar de drogist.
timer
1:00
A
zij
B
rijdt
C
rolstoel
D
naar
Slide 4 - Quiz
Wat is het werkwoord in de volgende zin?
Wij worden vrolijk van het gedans.
timer
1:00
A
wij
B
worden
C
vrolijk
D
gedans
Slide 5 - Quiz
1.1
Werkwoorden. De persoonsvorm van het werkwoord.
Elk werkwoord heeft verschillende
vormen
.
functie
infinitief
(woordenboek)
hebben
drinken
koken
aaien
persoonsvorm
ik
heb
drink
kook
aai
persoonsvorm
jij
hebt
drinkt
kookt
aait
persoonsvorm (mv)
wij
hebben
drinken
koken
aaien
pv verleden tijd (ev)
ik
had
dronk
kookte
aaide
pv verleden tijd (mv)
wij
hadden
dronken
kookten
aaiden
voltooid deelwoord
gehad
gedronken
gekookt
geaaid
ev enkelvoud
mv meervoud
Slide 6 - Slide
1.1
Werkwoorden
Elke complete zin heeft een persoonsvorm!
Hoe vind je de persoonsvorm in de zin? Verander iets!
enkelvoud meervoud
Ik
help
de cliënt.
Wij
helpen
de cliënt.
vraagzin
Help
ik de cliënt?
verleden tijd
Ik
hielp
de cliënt. Wij hielpen de cliënt.
Slide 7 - Slide
Hij scheert de oude man.
Wat is de persoonsvorm in bovenstaande zin?
timer
1:00
A
Hij
B
scheert
C
oude
D
man
Slide 8 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?
Gisteren schoor mijn collega drie bewoners van het zorgcentrum.
timer
1:00
A
gisteren
B
schoor
C
mijn collega
D
drie bewoners
Slide 9 - Quiz
1.1 Werkwoorden
de infinitief
de infinitief
- hele werkwoord
-De infinitief is de vorm die in het woordenboek staat.
-De infinitief eindigt op -en of -aan. bijv.
spelen, doen, gaan, afsluiten, verzetten, kiepen, duiken
-De
infinitief
moet in een zin gecombineerd worden met een
persoonsvorm
.
Waarschijnlijk
gaat
het vanmiddag
regenen
.
Zij
wil
graag in zes periodes haar diploma
halen
.
Slide 10 - Slide
Wat is de infinitief in onderstaande zin?
Vanmiddag willen wij een film kijken.
timer
1:00
A
vanmiddag
B
willen
C
wij
D
kijken
Slide 11 - Quiz
Jullie moeten de formulieren per omgaande terugsturen.
Wat is de infinitief in bovenstaande zin?
timer
1:00
A
moeten
B
formulieren
C
omgaande
D
terugsturen
Slide 12 - Quiz
1.1
Werkwoorden
het voltooid deelwoord
functie
-
wat al eerder gedaan is, klaar (met
hebben
,
zijn
)
-
iets dat nog gedaan gaat worden (met
worden
)
-
zoals iets vaak gedaan wordt (met
worden
)
bijv.
-
Jij
hebt
een heerlijke maaltijd
gekookt
.
Jullie
zijn
vooruit
gegaan
met Nederlands.
-
De lekke fietsband
wordt
morgen
geplakt
door de fietsenmaker.
-
Een lekke fietsband
wordt
geplakt
met speciale lijm.
Slide 13 - Slide
Jij hebt de dozen goed ingepakt.
Wat is het voltooid deelwoord in bovenstaande zin?
timer
1:00
A
jij
B
hebt
C
dozen
D
ingepakt
Slide 14 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord in onderstaande zin?
Morgen worden hem studieboeken gegeven.
timer
1:00
A
morgen
B
worden
C
studieboeken
D
gegeven
Slide 15 - Quiz
Aan het werk
-Lees de theorie op pagina 270
-Maak opdracht 1 t/m 5 vanaf pagina 271
-Nederlands, taalverzorging 1.1 werkwoorden
timer
20:00
Slide 16 - Slide
Extra opdrachten
Vul de juiste vorm van het werkwoord in
Slide 17 - Slide
Leesapp.online
1 Account aanmaken
2 Profiel
3 Lijsten
4 Favorieten toevoegen
5 E-book
6 Sport
7 Badr Hari
timer
10:00
Slide 18 - Slide
More lessons like this
NUN 1F-2F, Spelling, H1.1, p.134-136, Werkwoorden
September 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands voor anderstaligen
MBO
Studiejaar 1
1.1 werkwoorden
September 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands voor anderstaligen
MBO
Studiejaar 1
2R8C P1 les 7 Nederlands Corine
October 2022
- Lesson with
47 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
May 2022
- Lesson with
44 slides
Taal
Primary Education
Slimmer Schrijven: Pas de persoonsvorm aan!
April 2023
- Lesson with
15 slides
Zaterdag 18 mei 2024 Herhaling werkwoordspelling
May 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
Het werkwoordelijk gezegde B1
February 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zaterdag 18 mei 2024 - herhaling spelling en werkwoordspelling
May 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secondary Education