What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Taal blok 8 herhaling
Taal blok 8
Herhalingsles
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Taal blok 8
Herhalingsles
Slide 1 - Slide
Manieren om de betekenis van
een woord de ontdekken
Slide 2 - Mind map
Wat betekend het woord
de waarneming
A
Slide 3 - Quiz
Wat is non-fictie?
timer
0:10
A
schoolboek
B
stripverhaal
C
sprookje
D
gedicht
Slide 4 - Quiz
Wat zijn voorzetsels?
A
de, het, een
B
in, voor, achter
C
raam, deur, wand
D
voorlezen, voorspelen, voorzeggen
Slide 5 - Quiz
zelfstandig naamwoord
geen zelfstandig naamwoord
nieuw
Spanje
het
zon
verdrietig
Rachid
lopen
paard
Slide 6 - Drag question
lidwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
zelfstandig naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
computeren
zilveren
mooie
meisje
de
Slide 7 - Drag question
Zijn de rode, onderstreepte woorden werkwoord of voorzetsel?
Werkwoord
Voorzetsel
De
bewaker
hield
de
jongen
bij
de
kassa
tegen
.
Slide 8 - Drag question
Het scherm van mijn smartphone is gisteren helaas gebarsten.
Het
scherm
van
mijn
smartphone
gebarsten
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
persoonlijk voornaam-woord
lidwoord
voorzetsel
bezittelijk voornaam-woord
Slide 9 - Drag question
Onderwerp
Tekstsoort
Doelgroep
Inhoud
Slide 10 - Drag question
Wat betekend
magnifiek?
A
Mooi
B
Lelijk, saai
C
Stom
D
Geweldig
Slide 11 - Quiz
Wat betekend
uit je vel springen?
A
Heel erg kwaad zijn
B
Een beetje boos zijn
C
Heel erg blij zijn
D
Een beetje vrolijk zijn
Slide 12 - Quiz
Wat is
het kruit?
Slide 13 - Open question
Hoe kan je woorden
onthouden?
Slide 14 - Mind map
Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Janneke
is
gisteren
naar de supermarkt
geweest.
Slide 15 - Drag question
Hoe vind je het onderwerp?
Wie/wat + persoonsvorm
Wat/wie + persoonsvorm
Wie/wat + lijdend voorwerp
Wat/wie + lijdend voorwerp
Door het te zoeken
Slide 16 - Drag question
Ik help
hem.
Ik zie
haar
.
Wij geven
jullie
iets.
Heb je
hen
geschreven?
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Slide 17 - Drag question
Wat is het lijdend voorwerp?
altijd
Het lijdend voorwerp
Waar
zet
jij
jouw racefiets
neer?
Slide 18 - Drag question
Sleep de bepalingen naar het goede woord:
Gisteren
heeft
Vigo
de knikkers
in de pot
verstopt
Bepaling van plaats
Bepaling van tijd
Slide 19 - Drag question
More lessons like this
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
les 7 Grammatica oefenen voor de toets - extra
April 2023
- Lesson with
45 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
OL - 2 - 2e klas
March 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica oefentoets voor 1km1 Nederlands
March 2023
- Lesson with
26 slides
Quiz Zinsontleding
October 2022
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
woordsoorten zelfstandig bijvoeglijk naamwoord lidwoord
April 2024
- Lesson with
43 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
taal- en redekundig ontleden
May 2021
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Zinsdelen herhaling
September 2022
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2