Hoofdzin + Hoofdzin: Want, Of, En, Maar (WOEM) > Hij stopte,
want ik kwam eraan.
Hoofdzin + bijzin: Het voegwoord staat er tussenin (omdat dat, als, toen, hoewel, terwijl) > Hij stopte toen ik eraan kwam.
Bijzin + Hoofdzin: Het voegwoord staat helemaal vooraan. (omdat dat, als, toen, hoewel, terwijl) Toen ik eraan kwam, stopte hij.