ecologie lj 3 BB bs 2 en 3

1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Inleiding
Planten, dieren, schimmels en bacteriën hebben elkaar nodig om te overleven.

Ze kunnen niet zonder elkaar!

Slide 2 - Slide

Biotische factoren
(levende natuur)

soortgenoten  = met hoeveel moet je het voedsel en leefgebied delen?
vijanden             = word jij of je nakomeling opgegeten?
ziektes                = Ga jij of je nakomelingen dood door ziektes, parasieten?
voedsel               = is er voldoende voedsel?
concurrenten   = met wie moet je het voedsel delen? Of je leefgebied delen?

Slide 3 - Slide

Abiotische factoren
(levenloze natuur)
water
zuurstof
temperatuur
neerslag
bodemsoort
                                   Is dit belangrijk voor dieren en planten? 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

een ecosysteem=  alle biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied

Slide 6 - Slide

Wat is geen biotische factor?
A
aantal rijpe bananen in het woud
B
aantal gorilla's in het woud
C
aantal chimpansees in het woud
D
de hoeveelheid regen in het woud.

Slide 7 - Quiz

Biotisch of abiotisch?
Concurentie
A
biotisch
B
abiotisch

Slide 8 - Quiz

Biotisch of abiotisch?
Wind
A
biotisch
B
abiotisch

Slide 9 - Quiz

In de zomer was het erg droog een flink aantal jonge bomen gingen dood. Is "de droogte" een biotische of een abiotische factor?
A
biotisch
B
abiotisch

Slide 10 - Quiz

IJsberen hebben een dikke vacht,
is dit een aanpassing aan een
biotische of abiotische factor?
A
Abiotische
B
Biotische

Slide 11 - Quiz

5.2 Eten en gegeten worden
Alle organismen kan je verdelen in 3 groepen:
- producenten
- consumenten
- reducenten

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Links op de afbeelding zie je een voedselketen.

Een voedselketen is een reeks soorten, waarbij elke soort wordt gegeten door een andere soort

De pijlen betekenen wordt gegeten door.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

In de afbeelding zie je een voedselketen.
Alle dieren in deze voedselketen zijn...?
A
consumenten
B
producenten

Slide 16 - Quiz

Welke voedselketen is goed genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Een voedselketen begint altijd met:
A
een consument
B
een producent
C
een reducent
D
het is een rondje

Slide 21 - Quiz

Wat is de juiste voedselketen?
A
Mens --> Koe --> Gras
B
Mens - Koe - Gras
C
Gras - Koe - Mens
D
Gras --> Koe --> Mens

Slide 22 - Quiz


Een juiste voedselketen is:
A
konijn-> havik-> vos
B
gras <- konijn <- vos
C
gras -> konijn -> havik -> vos
D
vos -> havik -> konijn ->gras

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Populatie

Slide 25 - Slide

Levensgemeenschap

Slide 26 - Slide

Ecosysteem

Slide 27 - Slide

Wat is een populatie.
A
Een groep soorten
B
Een individu
C
Een aantal dieren of planten van dezelfde soort.
D
Alles wat leeft op de hele aarde

Slide 28 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een ecosysteem?
A
Een dorp zoals Waarland.
B
Een eiland zoals Vlieland
C
Een werelddeel zoals Europa.
D
Een planeet zoals de aarde.

Slide 29 - Quiz

Op deze afbeeldingen zie je een..
A
Populatie
B
Levensgemeenschap

Slide 30 - Quiz

Wat is een ecosysteem?
A
dat is een systeem dat het klimaat regelt
B
dat is zijn alle dieren in een gebied
C
dat zijn alle biotische en abiotische factoren in een gebied
D
dat zijn alle planten en dieren in een gebied

Slide 31 - Quiz

Wat is een levensgemeenschap?
A
alle organismen die samen in een bepaald gebied leven
B
de plek waar bijv. een familie konijnen woont
C
De plek in bijv. een boom waar een specht leeft
D
een plek waar mensen bij elkaar komen

Slide 32 - Quiz

Van klein naar groot:
Individu - populatie - ecosysteem - levensgemeenschap
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Alle madeliefjes in een weiland
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
Populatie
D
Ecosysteem

Slide 34 - Quiz

Hoe wordt de verzameling van
alle verschillende organismen
in een vijver genoemd?
A
Een levensgemeenschap.
B
Een ecosysteem.
C
Een populatie.

Slide 35 - Quiz


Wat is een voorbeeld van een levensgemeenschap?
A
Een kudde schapen.
B
Alle dieren in een bos.
C
Alle dieren en planten in een grasland.
D
Alle mieren uit een mierenkolonie.

Slide 36 - Quiz

Maak een correcte voedselketen

Slide 37 - Drag question

Producenten
Voedselketen
Reducenten
Voedselweb
Consumenten
Afval verwerker

Slide 38 - Drag question

Waar
Niet Waar
Bij fotosynthese wordt koolstofdioxide gemaakt
Alle dieren zijn consumenten
Een voedselketen begint altijd met een planteneter
Alle organismen doen altijd aan verbranding
Planten zijn reducenten
Dit is een prima voedselketen: 
Vos -> konijn -> gras

Slide 39 - Drag question