This lesson contains 35 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Welkom
Als de timer afgelopen is heb je ....
Tas op de grond
boek op tafel
chromebook dicht op tafel
Telefoon is thuis of in de kluis
Pen op tafel
timer
1:00
Slide 1 - Slide
hoofdstuk 2 - Aarde
Paragraaf 6 - verweringsmateriaal in beweging
Slide 2 - Slide
Spoorboekje
- herhaling paragraaf 5
- uitleg h2 paragraaf 6
- Keuze aan de slag PO of huiswerk
- huiswerk
- afsluiten
Slide 3 - Slide
Bekijk je aantekeningen
Bij welk klimaat vindt de sterkste chemische verwering plaats?
Slide 4 - Slide
Bij welk klimaat vindt de sterkste chemische verwering plaats?
Slide 5 - Slide
Bekijk je aantekeningen
Bij welk klimaat vindt zowel chemische als mechanische verwering plaats?
Slide 6 - Slide
Bij welk klimaat vindt zowel chemische als mechanische verwering plaats?
Slide 7 - Slide
Bekijk je aantekeningen
Op welke plaats of plaatsen vindt de sterkste mechanische verwering plaats?
Slide 8 - Slide
Op welke plaats of plaatsen vindt de sterkste mechanische verwering plaats?
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Erosie
Uit/afschuren gesteente
Slide 11 - Slide
Wat is erosie?
Welke vier vormen van erosie onderscheiden we?
Pak je aantekeningenstencils erbij
Slide 12 - Slide
Vier soorten van erosie
Schurende werking van met puin (verweringsmateriaal) beladen wind, water en ijs:
1) Zee: Mariene erosie
2) Rivierwater: Fluviale erosie
3) Wind: Eolische erosie
4) IJs: Glaciale erosie
Erosie/verwering
Verwering gebeurt op de plek zelf, erosie is een beweging!
Slide 13 - Slide
riviererosie: horizontale erosie
Verticale erosie
Slide 14 - Slide
Erosie
U en V-dal
Gletsjer: morene
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Dal uitgesleten (erosie door gletsjer (U-dal))
Dal uitgesleten (erosie door rivier (V-dal))
In bergen is de stroomsnelheid van een rivier groot (door groot verhang). Hoge stroomsnelheid zorgt voor het transport van zware sedimenten (stenen, keien). Rivier beladen met puin heeft een schurende werking langs de oevers en de bodem
Slide 18 - Slide
V-dal of U-dal
Er is geen gletsjer te zien, maar het dal heeft een U-vorm
Dit betekent dat er een gletsjer geweest is die dit dal gevormd heeft!
Slide 19 - Slide
Noteer op je aantekeningenstencil ontstaanswijze u-dal en een v-dal
pak je aantekeningenstencils erbij
Slide 20 - Slide
Morene
Verweringsmateriaal kan op een gletsjer vallen een meegevoerd worden.
Een gletsjer schuurt langs de dalwanden en bodem en neemt zo gesteente mee.
Als gevolg van verwering, erosie en sedimentatie ontstaan morenen (gletsjerpuin).
Slide 21 - Slide
Morene
Als het hooggebergte vergletsjert breiden de gletsjers zich uit.
De gletsjer vervoert van alles en nog wat, van grote stenen tot fijn materiaal, de morene.
Nu treedt er erosie op en wordt het dal steeds breder.
Slide 22 - Slide
Morene
Als het hooggebergte vergletsjert breiden de gletsjers zich uit.
De gletsjer vervoert van alles en nog wat, van grote stenen tot fijn materiaal, de morene.
Nu treedt er erosie op en wordt het dal steeds breder.
Slide 23 - Slide
Bodemerosie
Met bedekking, minder erosie, minder volle rivieren, vruchtbaardere bodem op berg.
Slide 24 - Slide
Noteer op je bijzondere vorm erosie: menselijk handelen
pak je aantekeningenstencils erbij
Slide 25 - Slide
Bodemerosie
Met bedekking, minder erosie, minder volle rivieren, vruchtbaardere bodem op berg.
Slide 26 - Slide
Puinwaaier
Slide 27 - Slide
Puinwaaier
Een rivier vol met verweringsmateriaal stroomt vanuit de bergen een vlakte in.
1.De stroomsnelheid neemt af waardoor de rivier zich splitst.
2.Er treedt sedimentatie op en er vormt zich een puinwaaier.