Paragraaf 2.1, les 2

Les 2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 2

Slide 1 - Slide

Paragraaf 2.1
Botten

Slide 2 - Slide

Planning
* Huiswerk noteren in je Plenda.
* Doornemen van LES 2
Je luistert naar de uitleg, bekijkt de filmpjes en maakt de opdrachten.
* Heb je alle dia`s doorgenomen dan ga je de opdrachten in je werkboek maken.

Slide 3 - Slide

Huiswerk




Leren 2.1: Bron 3, 8 en 13
Maken 2.1: 14, 15, 18, 19, 20 en 22 


Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Ik kan alle botten van het lichaam benoemen wanneer ik een plaatje zie. (bron 2 t/m 5)
Ik kan de 4 functies/taken van het skelet benoemen en hier een voorbeeld van geven.
Ik kan het verschil uitleggen tussen beenweefsel en kraakbeenweefsel.
Ik kan beenweefsel en kraakbeenweefsel herkennen wanneer ik een plaatje zie. (bron 9 en 10)
Ik kan uitleggen hoe een bot is opgebouwd. (bron 8)
Ik kan uitleggen hoe de verhouding tussen kraakbeenweefsel en beenweefsel veranderd tijdens de groei.
Ik kan uitleggen hoe de wervelkolom schokken opvangt.
Ik kan de verschillende onderdelen van een wervel benoemen. (bron 13)

Slide 5 - Slide

Leerdoel
Ik kan uitleggen hoe een bot is opgebouwd. (bron 8)

Slide 6 - Slide

Herhaling
cel - orgaan - orgaanstelsel - organisme

Nu komt er nog een begrip bij: 
cel - WEEFSEL - orgaan - orgaanstelsel - organisme


Slide 7 - Slide

Hoe zit dat bij het skelet ?

cel - weefsel - orgaan - orgaanstelsel - organisme


beencel             -     beenweefsel                     - bot - skelet - mens
kraakbeencel  -  kraakbeenweefsel                                                             

Slide 8 - Slide

Hoe zijn botten gebouwd?
Beenweefsel: 
beencellen liggen in ringen. 
Tussencelstof veel kalk en weinig lijmstof

Kraakbeenweefsel
kraakbeencellen liggen in groepjes
Tussencelstof met weinig kalk en veel lijmstof

Slide 9 - Slide

Hoe zijn je botten gebouwd ?
Grootste deel van het bot bestaat uit      beenweefsel. Binnen de ringen van beencellen zitten de bloedvaten.

Aan het uiteinde van de botten zit kraakbeen.

In het midden zit een holle ruimte:
hierin zit het gele beenmerg. 

Slide 10 - Slide

Leerdoel
Ik kan uitleggen hoe de verhouding tussen kraakbeenweefsel en beenweefsel veranderd tijdens de groei.

Slide 11 - Slide

Bij het ouder worden....
Baby`s hebben veel kraakbeen. 
Zijn soepel en breken niet zo snel een bot, 
skelet is niet stevig ( niet staan of zitten)

Als je ouder wordt verandert dit. 
Kraakbeenweefsel verandert in beenweefsel.  
Hierdoor wordt het skelet steviger (staan, lopen, rennen)

Slide 12 - Slide

Leerdoel
Ik kan uitleggen hoe de wervelkolom schokken opvangt.
Ik kan de verschillende onderdelen van een wervel benoemen. (bron 13)

Slide 13 - Slide

Twee manieren hoe schokken worden opgevangen:

  1. Door kraakbeenschijven
    Hoe werkt dit?

  2. Door de dubbel s-vorm
    Hoe werkt dit?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hoe noem je de vorm die de wervelkolom van mensen heeft?
A
de dubbele S-vorm
B
de L-vorm
C
de heuvel-vorm
D
de kraakbeenvorm

Slide 16 - Quiz

2.1 is veel stampen !!




* in stukjes hakken
* vaak herhalen !!

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken
Leren 2.1:   Bron 3,  8 en 13
Maken 2.1:   14, 15, 18, 19, 20 en 22 

Slide 18 - Slide