1. Wees beschrijvend
Welk gedrag of welke prestatie je feitelijk hebt gezien (niet met vooroordelen; laat waardeoordelen achterwege; richt je feedback niet op de persoon maar op gedrag).
2. Concreet en specifiek
Dit in tegenstelling tot globaal en algemeen; houd het bij het hier-en-nu en haal geen oude koeien uit de sloot.
3.Uitnodigend
Wees uitnodigend in het geven van kritiek, zodat de ander zich zo min mogelijk aangevallen voelt. Als je alleen agressie of boos doet, schiet niemand er wat mee op en wordt de communicatie verstoord.
4.Voorkom monologen
Geef je feedback ook kort en bondig, maak er geen monologen van. Hoe uitgebreider het verhaal, hoe groter de kans dat de ander de kern hiervan mist.