Tekstdoel en tekstsoort

Goedemiddag klas 2
Pak je boek er bij op blz. 170

Wat weten we al?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Goedemiddag klas 2
Pak je boek er bij op blz. 170

Wat weten we al?

Slide 1 - Slide

Tekstdoel en tekstsoort

  • Aan het eind van de les kun je 4 tekstdoelen noemen.
  • Je kunt verschillende tekstsoorten herkennen en benoemen.
  • Je weet welk tekstdoel bij de tekstsoort hoort.
  • Je weet welke tekstdelen er zijn en je herkent ze
  • We herhalen de verwijswoorden


Slide 2 - Slide

Welke 4 tekstdoelen ken je?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

Wat is dit voor tekstsoort?

Slide 5 - Open question

Wat is het tekstdoel van een uitnodiging/aankonding?

Slide 6 - Open question

We gaan het volgende schema overnemen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat is dit voor tekstsoort?

Slide 9 - Open question

Wat is het doel van een artikel?

Slide 10 - Open question

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren

Slide 11 - Drag question

Een reclame heeft als belangrijkste tekstdoel ...
A
overtuigen
B
activeren
C
amuseren
D
informeren

Slide 12 - Quiz

Een leesboek heeft als tekstdoel...
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 13 - Quiz

Tekstsoort?
A
aankondiging
B
nieuwsbericht
C
artikel
D
oproep

Slide 14 - Quiz


Tekstdoel?
A
activeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Aantekeningen: Opbouw van een tekst
* logische volgorde van informatie = tekstopbouw
                                                              


Indeling tekst
verdeeld in
voorbeeld
tweedeling
inleiding-kern
nieuwsbericht
driedeling
inleiding-kern-slot
verslag

Slide 17 - Slide

Inleiding
Kern
Slot
kort
langste deel van de tekst
bevat een samenvatting of conclusie (dus..)
aandacht trekken van de lezer
behandelt het onderwerp
geen nieuwe informatie
informatie over het onderwerp van de tekst
deelonderwerpen

Slide 18 - Slide

Verwijswoorden
Woorden die verwijzen naar één of meer woorden in de tekst, of naar een hele zin
Naar welk woord? Wie, wat, waar, welke.......

De ijsvogel komt af op schoon water, hij wacht op zijn prooi. Die vangt hij door in het water te duiken. 

Slide 19 - Slide

opdracht 13-14-15-17-18-19-20-21-22-24-25

Slide 20 - Slide

Opdrachten maken

Slide 21 - Slide