In groepjes een gedicht schrijven met de nadruk op ritme, klank en rijm
Slide 2 - Slide
Wat valt jullie op qua
ritme, rijm, klank?
Slide 3 - Slide
Rijmschema's
1. AABB Bijvoorbeeld: De zon gaat langzaam onder (A) De lucht kleurt mooi en donker (A) De vogels vliegen snel (B) Ze verdwijnen in de verte, heel fel (B)
Slide 4 - Slide
2. ABAB Bijvoorbeeld: De wind waait door het gras, (A) De bomen ritselen zacht, (B) De regel komt in een straal, (A) En geeft de grond weer macht. (B)
Slide 5 - Slide
3. ABBA Bijvoorbeeld: Het was een koude dag, (A) De lucht was grijs en leeg, (B) De regel viel, zo groot als een eikenboom, (B)
Maar ik bleef vrolijk, met een lach. (A)
Slide 6 - Slide
Klank
Alliteratie
Herhaling van beginletters of beginklanken 'De zon schijnt over de zee' 'zon' en 'zee' beginnen met de letter Z en herhaalt de klank.
Slide 7 - Slide
Assonatie
Herhaling van klinkers binnen woorden
'De regen in de velden' Je hoort hier de 'e'-klank terug komen
Slide 8 - Slide
Ritme
Afwisselen van beklemde en onbeklemtoonde lettergrepen Bijvoorbeeld 'po-ë-zie' 'ë' is beklemtoond,
'po' & 'zie' is onbeklemtoond.
Jambisch ritme
Slide 9 - Slide
Metrum
De regelmaat van het ritme
'De zon gaat op in de vroege ochtend' (onbeklemtoond )de ZON(beklemtoond)
( onbeklemtoond) gaat OP(beklemtoond) ( onbeklemtoond) in DE(beklemtoond) ( onbeklemtoond) vroe GE(beklemtoond) ( onbeklemtoond) o CHTEND(beklemtoond)
Klinkt als: da-DUM da-DUM da-DUM enz.
Slide 10 - Slide
Ritme meeklappen
‘De regen valt, de lucht is grijs’
Slide 11 - Slide
In groepjes een kort gedicht maken
Let op de klank, de rijm en het ritme. ( 4 regels )
Slide 12 - Slide
Korte gedichten presenteren
Slide 13 - Slide
Wat vonden jullie het leukste of het moeilijkste aan deze les?